Tussen 1969 en 1980 realiseerde de sociale huisvestingsmaatschappij Eigen Haard een gevarieerde woonwijk te Zwevegem, grotendeels gelegen tussen de Lindelaan en de Winkelstraat. In 1969 werden 32 gezinswoningen en 16 duplexwoningen opgetrokken naar ontwerp van André Van Hoenacker en J. Catteeuw uit 1964. Twee jaar later voegde de maatschappij hier 41 gezinswoningen aan toe aan de Lindestraat. In 1980 ten slotte werd een complex met in totaal 99 appartementen opgetrokken naar ontwerp van Werner Desimpelaere (Groep Planning), met groenaanleg van Paul Deroose.

De bouwfase van 1969 wordt gekenmerkt door strakke bouwvolumes van twee bouwlagen met bleke bakstenen lijstgevels onder een licht hellend lessenaarsdak. Twee jaar later koos men voor standaard woningen onder zadeldak met gekoppelde (en soms vooruitgeschoven) garages. De appartementen uit 1980 (waaronder ook maisonnettes) zijn ondergebracht in drie laagbouwvolumes van twee à drie bouwlagen rond een woonerf en een groenzone (met grasvelden, hagen en hoogstammige bomen). De architecturale vormgeving van deze gebouwen sluit aan bij de zoektocht naar identiteit en diversiteit die men vanaf de tweede helft van de jaren zeventig bij dergelijke projecten beoogt. Dit vertaalt zich in een poging om deze moderne, grootschalige complexen een meer herkenbaar karakter te geven door het gebruik van traditionele materialen (zoals baksteen en rode dakpannen) en vormen (zoals zadeldaken en schouwen), en gevarieerde volumes die het geheel visueel lijken op te delen.

Deze wijk werd binnen de thematische inventarisatie van het sociale woningbouwpatrimonium niet geselecteerd als bouwkundig erfgoed omwille van onvoldoende erfgoedwaarde op Vlaams niveau.