Peizegem is een landelijk gehucht, gelegen ten noorden van Merchtem centrum en ten zuiden van Buggenhout, en is ontstaan als een straatgehucht langsheen de as Nieuwbaan – Kouter met in de kern de 19de-eeuwse kerk, pastorie en school.
De naam van het gehucht kende doorheen de tijd verschillende schrijfwijzen, zoals Pantsingaheem, Pensingaheim, Penscenghem, Peyseghem en Peisegem, en heeft een vroegmiddeleeuwse oorsprong. ‘Pensogaheim’ verwijst immers vermoedelijk naar de woonplaats van de afstammelingen van Penso, een Germaan die in de streek woonde. Aanvankelijk werd de benaming louter gehanteerd als verwijzing naar een aantal landerijen in de omgeving van het toenmalige Hof te Penscenghem, een leen van de hertog van Brabant. Van de 12de tot 14de eeuw leefde in dit gebied de adellijke familie de Penscenghem.
Het gehucht werd opgetekend in het parochiekaartboek uit 1706 van Jan Van Acoleyen, een landmeter uit Steenhuffel. Peizegem vertoonde op dat moment een erg verspreide bebouwing en een heel lage densiteit. De voornaamste historische sites zijn duidelijk afleesbaar, namelijk het omwalde, thans verdwenen Hof te Pensceghem, gesitueerd ter hoogte van de huidige Groenstraat, en het van een cirkelvormige wal voorziene Koolhof (thans ter hoogte van Peisegemstraat nummer 57). Tussen beide hoeves was een loodrechte as aanwezig, die het tracé bepaalde van de latere Nieuwbaan en ten noorden leidde tot het Buggenhoutse bos. De verbindingsas met Merchtem, heden via de Kouter, was op dat moment niet aanwezig. Op de kaart wordt ook de site van het Hof ten Houte aangeduid, namelijk te westen, die via een Dries en vervolgens de Sint-Huybrechtstraat verbonden was met het Hof te Pensceghem. De Koutermolen ten zuiden van de kern, is eveneens aangeduid op de kaart. Deze molen was aanvankelijk een houten windmolen die omstreeks 1876 zou worden vernield en vervangen door een stenen molen.
Op de Ferrariskaart van 1771-1777 wordt het gehucht ‘Peyseghem’ aangeduid als een landelijke kern met een verspreide bebouwing. Het wegtracé en de bebouwing is gelijkaardig als in de vroege 18de eeuw. Op deze kaart worden het Hof ten Houte ("C[en]se Tenante") en de Koutermolen ("Moulin de Merchtem") expliciet vermeld. In de 19de eeuw bleef deze toestand nog lange tijd bewaard. Wel ontwikkelde de Nieuwbaan zich vanaf midden 19de eeuw verder tot hoofdas en werd ze verlengd tot Merchtem via de Kouter. De Vandermaelenkaart (1836), de Atlas der Buurtwegen (1843-1845) en de Poppkaart (circa 1860) vermelden de belangrijke historische hoeves die reeds werden aangehaald. Op deze kaarten worden ook een aantal deelgehuchten vermeld, namelijk Merchtemsche Driesch ten westen, Holbeek ten zuidwesten, en Boschkant en Peyseghem centraal.
De bevolking van het gehucht groeide tegen 1870 tot ongeveer 1200 inwoners, waardoor de nood aan een eigen parochie en dorpscentrum met kerk en school zich steeds sterker deed voelen. Omstreeks 1868 nam pastoor-deken Egidius De Becker hiertoe het initiatief. Uiteindelijk werd de parochie effectief opgericht bij Koninklijk Besluit van 24 september 1871 onder de naam "Merchtem-ten-Bosch". De parochie omvatte op dat moment de wijken Boskant, Ten Houte, Dries, Holbeek en Galgestraat. Tijdens de jaren 1870 en vroege jaren 1880 wordt het dorpscentrum uitgebouwd met achtereenvolgens een gemeentelijke school, een pastorie, een kerk en een meisjesschool met klooster, alle gelegen aan de Nieuwbaan.
Een andere belangrijke ontwikkeling voor het gehucht was de aanleg van de spoorlijn tussen Antwerpen en Aalst omstreeks 1877-1878 (zie Leireken). Hierdoor werd bijvoorbeeld het tracé van de Sint-Huybrechtstraat verlegd. Het gehucht kreeg vanaf 1885 een stopplaats voor de trein, zogenaamd ‘Boschkant’, maar met de bouw van een stationsgebouw met telegraafkantoor omstreeks 1898 wijzigde de naam van de stopplaats tot "Peisegem". Om verwarring te voorkomen, werd ook de naam van het gehucht omgevormd bij Koninklijk Besluit van 6 februari 1901.
Vanaf de tweede helft van de 19de eeuw en tijdens de 20ste eeuw verdichte de bebouwing langs de hoofdassen, kwamen er moderne verkavelingen tot stand en kwam de landelijke architectuur deels onder druk te staan. De spoorlijn bleef actief tot in de jaren 1950. Het inwonersaantal groeide verder tot circa 2700 in 2015.
De kern van het gehucht, bestaande uit de Onze-Lieve-Vrouw-Onbevlekt-Ontvangenkerk, de ingrijpend verbouwde pastorie en achterliggend een nieuw schoolgebouw (zie Nieuwbaan), wordt omgeven door 20ste-eeuwse lintbebouwing langs de hoofdassen van het gehucht. Ten noordwesten en zuidoosten van het centrum bevinden zich respectievelijk de sociale woonwijk De Heide bestaande uit 66 koopwoningen en gerealiseerd omstreeks 1975, en vrij recente verkavelingen met vrijstaande eengezinswoningen vanaf het vierde kwart van de 20ste eeuw, zoals de vanaf 1990 gerealiseerde wijk Huibout.
De rand van het gehucht wordt voornamelijk gekenmerkt door getuigen van het voormalige landelijke karakter van Peizegem, omgeven door weiden en (afgepaalde) akkerlanden met voornamelijk voedergewassen. Verspreide restanten van de agrarische activiteit komen er voor, evenals alleenstaande 20ste-eeuwse woningen. Het voornaamste overblijfsel is het Hof ten Houte. Sommige complexen bewaren hun typische inplanting, bijvoorbeeld de hoeve op de hoek van Ten Houte en Dries (nummer 45), in oorsprong een hoeve met losse bestanddelen die minstens opklom tot de 19de eeuw, maar waarvan de gebouwen grotendeels werden herbouwd en vernieuwd omstreeks 1934, het woonhuis werd vervangen eind jaren tachtig. De tweebeukige langsschuur van drie traveeën, is voorzien van een gevelniskapel aan de straatzijde. Een ander voorbeeld, de hoeve aan Holbeek (nummer 6) met bewaarde semigesloten inplanting uit het derde kwart van de 19de eeuw, werd volgens kadastergegevens volledig herbouwd omstreeks 1907. Ook later tijdens de tweede helft van de 20ste eeuw onderging de hoeve aanpassingen. Bij deze hoeve staat een Onze-Lieve-Vrouwkapel, opgericht door de Koninklijke Werklieden Bond in 1954 ter gelegenheid van het Mariajaar.
In het gehucht staan nog enkele andere vermeldingswaardige kapelletjes, meer bepaald de Onze-Lieve-Vrouwkapel op de hoek van de Middelstraat en Peisegemstraat, volgens kadastergegevens gebouwd omstreeks 1937 op grond van Petrus Vanderstappen-Van Buggenhout. In de Sint-Huybrechtstraat bevindt zich een betonnen Sint-Huybrechtskapel, gecombineerd met baksteen, bereikbaar via een wandelpad naast nummer 40. De vroegste kapel langs dit zogenaamde Sint-Corneliuswegeltje werd opgericht ten tijde van de stichting van de parochie omstreeks 1871. De huidige kapel dateert van 1965 en werd gebouwd in opdracht van de familie De Block-Van Overstraeten. In dezelfde straat, tegenover nummer 127, stond ook een Maria ter Noodkapel, maar deze werd recent gesloopt.
Auteurs: Verhelst, Julie
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Boerenhuis
Omvat
Boerenwoning
Omvat
Boerenwoning
Omvat
Dorpshoeve Kobekeshof
Omvat
Haagbeuken topiary
Omvat
Hof ten Houte
Omvat
Langgestrekt hoevetje
Omvat
Langgestrekte hoeve
Omvat
Leireken
Omvat
Nieuwbaan
Omvat
Site Koutermolen
Is deel van
Merchtem
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Peizegem [online], https://id.erfgoed.net/themas/17197 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.