Dansgelegenheden zijn gebouwen opgetrokken om te dansen. Meestal sluiten ze aan bij een café. Ze kennen hun bloeiperiode van de late 18de eeuw tot en met het interbellum.
Aan de rand van de steden ontstonden in de 18de eeuw ‘guingettes’, herbergen met een lusttuin waar gelegenheid was voor eten, drinken, muziek en dans. De guingette verloor aan belang door:
Op het platteland werd vermoedelijk ook gedanst in de cafés en op het dorpsplein. Ook in de 18de-eeuwse steden zijn danszalen archivalisch geregistreerd. Hoe ze er precies uitzagen is voorlopig onbekend.
Vermoedelijk ontstond de danszaal zoals die vandaag bekend is in Groot-Brittannië waar reeds in de 18de eeuw een commercieel-burgerlijk concertleven bestond. Pas in de 19de eeuw volgde het continent.
De Brusselse Concert Noble uit 1779 geldt als de oudst bewaarde danszaal in België. Ze is opgetrokken volgens basilicale opbouw: een eenvoudig op te trekken en te overspannen gebouw bestaande uit een grote centrale ruimte, omgeven door een gaanderij met weinig, kleine of geen vensters. Zo’n ruime hal bleek later ideaal voor nieuwe en secundaire functies als concerten, diners, bals, variététheater en cinema, …
Danszalen werden vaak langs drukke invalswegen opgericht. Het bijhorende café of de straatgevel dienden als aandachtstrekker. De eigenlijke danszaal werd in binnenzones van bouwblokken of achter de cafés opgetrokken. Ze waren niet noodzakelijk zichtbaar van op de openbare weg. De zaal was vaak vanaf de straat toegankelijk via een afsluitbare doorgang naast het café.
Voor de ruwbouw van een danszaal werden industriële constructietechnieken gebruikt. Dragende structuren werden opgetrokken uit baksteen, metaal of beton. In beide laatste gevallen waren de baksteenmuren niet-dragende. De dakconstructie was licht met metalen trekstangen. Ondanks de zeer rudimentaire bouwwijze is het interieur van de danszaal dan weer sfeervol gedecoreerd.
Danszalen hebben vaak de volgende typische kenmerken:
Pas in de jaren 1920 zal er als gevolg van voorschriften over brandveiligheid een breuk komen tussen de danszaal, de cinema en het theater. Vele danszalen worden op dat ogenblik gesloopt om als cinemazaal of theater opnieuw opgetrokken te worden.
Auteurs: Mertens, Joeri
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Dansgelegenheden [online], https://id.erfgoed.net/themas/17277 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.