Archeologische sites en sitecomplexen uit het finaalpaleolithicum en mesolithicum zijn getuigen van diverse activiteiten van de prehistorische mens. Het gaat hierbij om groepen jagers-verzamelaars. De finaalpaleolithische mensen leefden 14.000 – 11.500 jaar geleden, op het einde van de laatste ijstijd (laatglaciaal). De mesolithische mensen leefden in de huidige tussenijstijd (Holoceen).
Door hun grote ouderdom en door de aard van de bewaringsomstandigheden bestaan deze sites in Vlaanderen doorgaans enkel uit een spreiding van lithische artefacten (vuursteen, kwartsiet), soms in combinatie met andere ‘robuuste’ vondstcategorieën (verbrande zaden en vruchten, verbrand bot, houtskool, in de periode van het finaalmesolithicum soms ook aardewerk). De meeste dergelijke sites bestaan uit duidelijke concentraties (‘loci’) van dergelijke vondsten (cf. Van Gils et al. 2019).
De samenstelling en spreiding van deze concentraties van vondsten kunnen diverse activiteiten verraden: kampementen (wonen), haardplaatsen (koken), 'kapplaatsen' (bewerken van vuursteen), jachtactiviteiten, etc.
Dergelijke sites zijn dikwijls gelegen op zeer specifieke plaatsen in het (vroegere) landschap, bijvoorbeeld hoger gelegen ruggen of donken langs open water (rivieren, beken, vennen, meren). Deze landschappen waren immers aantrekkelijk voor de prehistorische mens, o.a. vanwege de beschikbaarheid van water en veel natuurlijke bronnen (grote biodiversiteit aan fauna en flora). Op dit soort locaties worden dan ook dikwijls sites gevonden uit verschillende periodes (zogenaamde palimpsest situaties).
De bewaring van deze sites hangt overwegend samen met de bewaringstoestand van de bodem. Als de bewaringstoestand van de natuurlijke bodem goed is, is de site meestal goed bewaard. Deze sites kunnen echter ook door de impact van de landbouw geheel of gedeeltelijk in de ploeglaag zijn opgenomen. Sites uit het finaalpaleolithicum zijn soms goed bewaard in fossiele bodems, waarvan de zogenaamde Usselobodem het bekendst is.
In zeldzame gevallen (bv. in riviervalleien) laten de omstandigheden van bewaring toe dat ook andere materiaalcategorieën bewaard bleven, zoals niet verbrande zaden en vruchten, en dierlijk en menselijk bot (cf. Meylemans et al. 2016).
- MEYLEMANS E., PERDAEN Y., SERGANT J., BASTIAENS J., CROMBE Ph., DEBRUYNE S., DEFORCE K., DU RANG E., ERVYNCK A., LENTACKER A., STORME A., VAN NEER W., 2016: Archeologische opgraving van een midden-mesolithische tot midden-neolithische vindplaats te ‘Bazel-Sluis 5’ (gemeente Kruibeke, provincie Oost-Vlaanderen), Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 40, Brussel.
- VAN GILS M., CROMBE Ph., DE BIE M., PERDAEN Y., SERGANT J., DE WILDE D., VERMEERSCH P., BATS M., NOENS G. 2019: Onderzoeksbalans archeologie in Vlaanderen, versie 1, 27/10/2010: mesolithicum, Onderzoeksrapporten agentschap Onroerend Erfgoed 129, Brussel.