Dicht bebouwde straat in het noordwesten van de gemeente, loopt vanaf Drabstraat in de richting van de gemeente Reet. Behoort tot de oudste straten van de gemeente en was mogelijk de verbinding met Rupel en Schelde. Kende ook de benamingen Heerstrate en Scheldestrate en komt onder meer in 1423 onder de laatste vorm voor. Gekasseid in 1864. Huidige benaming officieel sinds 1930 doch komt reeds voor vanaf 1561. Reeds vanaf de 17de eeuw waren hier steenbakkerijen gevestigd. In 1836 ontstonden er door toedoen van de gebroeders Tilly en C. Ramael twee nieuwe steenbakkerijen, echter zonder schouw. C. Ramael richtte een tweede steenbakkerij met schouw op in 1868 doch het bedrijf werd in 1885 verkocht aan F. Bruyndonckx en verdween voor 1890. De steenbakkerij Tilly werd vergroot in 1872 en in 1873 verkocht aan V.F. Segers-Michielsen. De toenmalige eigenaars J.F. Maes-Spillemaekers en P. Truyts-Vermant hadden circa 1882 de steenbakkerij vergroot met acht ovens en een schouw, in 1829 had de steenbakkerij nog zeven ovens, en de gebouwen verdwenen voor 1963. Kort na de Eerste Wereldoorlog was hier nog een tweede steenbakkerij aanwezig die in 1925 vervangen werd door een thans verdwenen staalgieterij. Bebouwing: voornamelijk gegroepeerde of alleenstaande burgerhuizen van het rijhuistype vanaf het eerste kwart van de 20ste eeuw, en alleenstaande kleine villa's uit de tweede helft van de 20ste eeuw, noordelijk gedeelte met onder meer "Lillaarschrans" en het "Schansken", sluit aan bij domein "Groeningenhof". Bij begin van de straat en in nabijheid van de voormalige steenbakkerijen verrezen circa 1900 en in het eerste kwart van de 20ste eeuw tal van arbeiderswoningen en zodus een lintbebouwing met woningen van twee bouwlagen onder zadeldaken.