De Uitbreidingstraat is een lange straat, die parallel loopt met de singel (ten noorden) en op die manier de Grotesteenweg met de Plantin en Moretuslei verbindt, waar het laatste stukje de Vlijtstraat heet. De straat vormt een ringstraat, die het oude Berchem afsluit van de latere uitbreidingen. De vroegere naam was de Vestingstraat, verwijzend naar de Brialmonvesten waarop de straat na hun afbraak werd aangelegd. De huidige naam dateert van 1920.
De straat heeft een heel heterogeen straatbeeld, waarin enkele grootschalige bedrijfsgebouwen afgewisseld worden met onbebouwde percelen. Er zijn flarden van de oorspronkelijke, in serie gebouwde arbeidershuizen van circa 1900 bewaard; de nummers 416 tot 430 zijn hiervan een gaaf bewaard voorbeeld.
Ter hoogte van het station van Berchem is een opmerkelijke eenheidsbebouwing bewaard, die aansluit bij de achterliggende wijk Zurenborg. We zien een bebouwing van een vijftigtal rijwoningen in het bouwblok Uitbreiding-Leemputstraat, van twee bouwlagen en twee traveeën met bepleisterde of bakstenen lijstgevels. De Naamlooze Bouwmaatschappij voor het Bouwen van Burgershuizen in het Oostkwartier, de bouwmaatschappij die in 1886 was opgericht om Zurenborg te verkavelen en te ontwikkelen tot woonwijk voor de gegoede burgerij, realiseerde deze woningen. Architect Ernest Dieltiëns werd in 1890-1891 aangezocht het ontwerp te tekenen. Overeenkomstig de wens van de maatschappij om Zurenborg tot een mooie, stijlvolle wijk te ontwikkelen, werd ook voor dit type woning gekozen voor een fraaie architectuur: de woningen zijn uitgevoerd in één grote eenheidsbebouwing, in een strakke neoclassicistische stijl.
Het gedeelte tussen de Cogels-Osylei en de Pretoriastraat vormt de oostelijke grens van het stadsgezicht dat het Berchemse deel van Zurenborg omvat. Deze wijk wordt getypeerd door eind-19de- en begin-20ste-eeuwse burgerhuizen in alle stijlen die in die tijd populair waren bij de goed geplaatste burgerij. De woningen in dit deel van de Uitbreidingstraat sluiten aan bij dit type, hoewel in vergelijking met de straten in het hart van de wijk het straatbeeld gevarieerder is. Niet enkel vinden we er hoogbouw uit het interbellum terug tussen de burgerhuizen van voor de Eerste Wereldoorlog, ook zijn er talrijke percelen waar nieuwbouw is gerealiseerd.
Opmerkelijk zijn de percelen op de hoek met de Cogels-Osylei, waar aannemer Jansen-Van der Veeken rond 1910 een hele reeks burgerhuizen bouwde, voorzien van stallingen en remises uitkomend in de Uitbreidingstraat. Een deel van zijn realisaties werd vervangen door nieuwbouw.