De Velodroomstraat is een lange, licht gebogen straat in het Berchemse gedeelte van Zurenborg, dat als stadsgezicht is beschermd. De straat werd geopend in 1909, en is vernoemd naar de velodroom die in 1894 opgericht werd en in 1910 werd gesloopt. De velodroom was gelegen op het bouwblok tussen de Cogels-Osylei, de Pretoriastraat en de Uitbreidingstraat. Het terrein werd in 1894 voor tien jaar verhuurd aan de inrichters van de piste, in de hoop op die manier de interesse voor de Zurenborgwijk bij potentiële bouwlustigen te vergroten, een objectief dat werd bereikt. Toen in 1905 het huurcontract afliep, werd gestart met de verkaveling van het gebied, dat door twee elkaar kruisende straten werd opgedeeld: de Generaal Capiaumontstraat en de Velodroomstraat. In 1910 werd de wielerbaan ten slotte afgebroken, waarna de bouw van huizen in de Velodroomstraat een hoge vlucht nam.
De "Naamlooze Maatschappij voor het bouwen van burgerhuizen in het Oostkwartier", de maatschappij die als doel had de Zurenborg tot een woonbuurt te ontwikkelen, investeerde zelf in de bebouwing van het centrale kruispunt van de Generaal Capiaumontstraat en de Velodroomstraat. Ze liet er op de vier hoeken monumentale, eclectische ensembles van telkens vier woningen ontwerpen, door verschillende architecten. De vier woninggroepen werden genoemd naar de vier elementen, namelijk De Aarde, Het Water, De Lucht en Het Vuur. Enkel het hoekcomplex De Aarde is compleet bewaard, met een bouwdossier uit 1912 naar ontwerp van Jos Bascourt. De realisatie van Het Vuur en De Lucht werd verhinderd door het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Op die plaatsen zijn nu hedendaagse invullingen aanwezig uit 1991 naar ontwerp van T. Cols en D. Verhulst. Van het ensemble Het Water, een ontwerp van Cols en Defever uit 1911, werden de twee monumentale hoekpanden gesloopt in 1966. De twee woningen in de zijstraten zijn bewaard.
Uit de periode 1910-1914 dateren de meeste huizen, in alle gangbare stijlen van dat moment. We vinden er de conventionele, vrij doorsnee eclectische lijstgevels die de invloed van de art nouveau voorzichtig vertalen met de bakstenen gevels waarin kleurige banden en panelen met mozaïek, tegels of sgraffiti zijn verwerkt. Minder talrijk, maar interessant, zijn de panden waarin de vooruitstrevende bouwstijlen worden toegepast. Vooreerst de art nouveau, en daarnaast zijn er een aantal gevels die duidelijk getuigen van de invloed van de cottagestijl, die tot in het interbellum zeer populair zou blijven. De populariteit van de beaux-artsstijl, die een rijk materiaalgebruik koppelt aan de decoratie uit de klassieke Franse bouwstijlen, wordt in de Velodroomstraat duidelijk geïllustreerd. Zowel zeer grote burgerwoningen, als meer bescheiden woningen of meergezinswoningen, kregen allure door hun natuurstenen gevel en de verzorgde decoratie.
We stellen vast dat de woningen in de Velodroomstraat zowel in opdracht van particulieren als voor bouwmaatschappijen werden gebouwd. Een voorbeeld van een privépersoon die heel duidelijk voor deze straat in Zurenborg koos, is kunstschilder Willem Albracht. Zijn verhuis naar deze nieuwe woning onderstreept de succesvolle manier waarop het Berchemse deel van Zurenborg kon ontwikkeld worden tot een buurt voor de (hogere) middenklasse en de culturele elite van die tijd.
De Eerste Wereldoorlog verhinderde de vervollediging van de huizenrijen in de Velodroomstraat. In het interbellum werden de resterende percelen ingevuld, waarbij opvalt dat hier vooral voor conventionele, historiserende ontwerpen werd gekozen. We vinden zowel de beaux-artsstijl, de neotraditionele stijl, het eenvoudige eclecticisme met de bakstenen lijstgevels, als zelfs de art nouveau terug.
De art-decowoningen die gebouwd werden, getuigen vaak van een vrij behoudsgezinde toepassing van de art-decodecoratie op een klassiek vormgegeven gevel. Een paar ontwerpers gaan voor een eigentijdse art deco, bijvoorbeeld door een tweezijdige erker. Er zijn twee woningen in modernistische stijl, maar ook hier zien we de gang naar een meer decoratieve, op de art deco geïnspireerde trend, en niet de zuivere nieuwe zakelijkheid die toen het meest vooruitstrevend was.
We kunnen concluderen dat de Velodroomstraat beschikt over kwaliteitsvolle gevelwanden van burgerhuizen en meergezinswoningen, in hoofdzaak gebouwd kort na de opening van de straat, en later aangevuld met interbellumpanden. De straat had weinig te lijden onder nieuwbouw of onoordeelkundige aanpassingen van de gevels, waardoor ze een authentiek karakter heeft, waarin alle gangbare bouwstijlen van het eerste kwart van de 20ste eeuw zijn vertegenwoordigd.
Een aantal panden zijn minder goed bewaard, maar zijn ondersteunend voor het stadsgezicht. Zo is er nummer 9, een neoclassicistische woning van rond 1910, waarvan de gevel is vervlakt en het schrijnwerk is vernieuwd. Daarnaast, op nummer 11, een voorzichtig eclectische gele bakstenen gevel, die door de vervanging van schrijnwerk, het weghalen van balkon en de toevoeging van een verdieping, sterk verschraald is. Het originele ontwerp was van G. Matthyssens in 1911, in opdracht van de Société Anonyme d’Epargne Immobilière.
Het opvallende hoekpand met de Uitbreidingstraat is als enige in de straat niet gebouwd als woning, maar als bijgebouw met paardenstallen en remises voor een herenwoning op de Cogels-Osylei. Door de inrichting van het pand als eengezinswoning, kreeg het pand een adres op de Uitbreidingsstraat. In 1954 dienden architecten Marcel Appel en Jan Welslau een bouwaanvraag in voor G. Senecaut, die op deze plaats een appartementsgebouw wilde bouwen, een aanvraag die werd geweigerd.
Auteurs: Hooft, Elise
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Hooft E. 2014: Velodroomstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/167657 (geraadpleegd op ).
Geopend in 1909; de velodroom, waarnaar de straat genoemd is, werd in 1894 opgericht en in 1910 gesloopt. Burgerhuizen, voornamelijk uit de jaren 1910-13, in eclectische stijl met overwegend neoclassicistische of art-nouveau-inslag. Architect en/of bouwjaar, voor zoverre gekend, worden hierna vermeld: nummer 3 van 1912 naar ontwerp van L. Van der Linden; nummers 5 en 54, beide van 1913 naar ontwerp van F. Mylemans; nummer 29, gedateerd anno 1912, naar ontwerp van J. Van Beurden; nummers 31-35 van 1911; nummers 37-39 van 1911 naar ontwerp van Charles Wuyts; nummer 47 door J. De Weerdt van 1911; nummers 6-8 van 1913; nummer 10 van 1912 naar ontwerp van E. Vanhaute; nummer 14 van 1911 naar ontwerp van G. De Ridder; nummer 16 van 1913 naar ontwerp van L. Heutz; nummers 40-42 van 1911 naar ontwerp van J. Lathouwers; nummer 46 van 1911 naar ontwerp van J. Van Leemputten, voor kunstschilder N. Albracht; nummer 50 van 1913 naar ontwerp van B. Verboven; nummer 64 van 1922.
De nummers 27 en 32-36 in art deco en nieuwe zakelijkheid, de nummers 34 en 36 respectievelijk van 1928 en 1929, nummer 32 van 1937, naar ontwerp van Wittockx.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. met medewerking van WYLLEMAN L. & HIMLER A. 1992: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Antwerpen, Fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 3nd, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Plomteux, Greet
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Plomteux G. 1992: Velodroomstraat [online], https://id.erfgoed.net/teksten/102451 (geraadpleegd op ).