De Vismarkt, die haar benaming ontleent aan de vroegere functie, is gelegen langs de Kleine Nete of Binnennete en behoorde vermoedelijk tot de eerste stadskern, waar tot in de 19de eeuw het zogenaamde "Huis met den Toren" stond (huidige nummers 31-33). Volgens sommige historici refereert dit aan het "belfort" van de oudste stadskern. In 1414 kreeg de Vismarkt een gemetste kade maar pas circa 1845 werd het een plein, door de overwelving van de Brouwers- en de Vredebergvliet die beide hier hun bron en monding hadden. Het stadsbeeld werd er voor de Eerste Wereldoorlog bepaald door neoclassicistische bepleisterde lijstgevels met enkele historische resten, met name het 17de-eeuwse Buildragershuisje en "Het Steen" (de "Bakkerstoren") uit 1393. Bovendien stond er ook een klein bouwblok in de Netebedding aan de Hoogbrug.
Nagenoeg volledig vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog liet het stadsbestuur de Antwerpse architect Gerard De Riddder al in 1915 ideaalplannen maken voor de neotraditionele reconstructie van de Vismarkt (en andere beeldbepalende plekken in de stad). In 1919 werd de Vismarkt, de Hoogbrug en het Felix Timmermansplein, als visuele beëindiging van de Grote Markt uitgekozen als typevoorbeeld voor een wederopbouwwedstrijd uitgaande van de Vereniging van Belgische Steden en Gemeenten in samenwerking met het hulpcomité "Oeuvre Suisse en Belgique" (opgericht door de Zwitserse architect Eugen Probst en met de Brusselse architect Alfred Minner als contactpersoon voor Lier). De stedenbouwkundige wedstrijd omvatte de reconstructie van de achterin gelegen gevelwand aan de Nete (Vismarkt en toenmalige Messenstraat, het huidige Felix Timmermansplein) en een ontwerp voor de brug tussen de Grote Markt en de Rechtestraat. Het behoud van de bestaande percelen werd vooropgesteld, de lijnrichting werd in 1920 definitief vastgelegd met aanpassing van de rooilijn tot aan het buildragershuisje.
Ondanks het nationale karakter van deze wedstrijd waren er slechts drie inzendingen. De plannen van winnaar Egide Van der Paal werden geloofd door architectuurcriticus Edward Léonard omdat hij werkte met moderne vormen die aansloten bij de traditie van Lier maar het uiteindelijke resultaat van de wedstrijd was gering, waarschijnlijk omdat Van der Paal in zijn ontwerp geen rekening hield met de bestaande eigendomsgrenzen. Van der Paal mocht enkel de brug bouwen en het uitgevoerde ontwerp verschilde sterk van zijn wedstrijdontwerp. Na lange discussies besliste de stad de huizen aan de Binnennete niet herop te bouwen.
Het 17de-eeuwse buildragershuisje dat zich ter plaatse van het huidige nummer 9 bevond werd afgebroken in 1958 en in 1963 mits aanpassingen heropgebouwd als afzonderlijk paviljoen op het Felix Timmermansplein.
Anno 2017 is de Vismarkt een langs de Binnennete gelegen, gekasseide straat met gesloten bebouwing aan één zijde, die ter hoogte van de Brouwerijstraat verbreedt tot een pleintje met stadspomp. Aan de kant van de Binnennete bevinden zich gemetste kaaimuren, een trap, ijzeren leuningen en bomen (oorspronkelijk iepen, heden Noorse esdoornen en, aan de stadspomp, een Hollandse linde).
Het huidig uitzicht wordt bepaald door een sobere neotraditionele wederopbouwarchitectuur en gelijkaardige hedendaagse constructies (bakstenen en witstenen trap- of puntgevels van twee tot drie bouwlagen). Ter hoogte van de verbreding van de markt bevond zich een omheinde openluchtvismijn van 1877 en een oude stadspomp van 1835.
Auteurs: Vandeweghe, Evert; Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Vandeweghe E. & Kennes H. 2017: Vismarkt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/202734 (geraadpleegd op ).
Gelegen langs de Kleine Nete; kade gemetst in 1414. Vermoedelijk de eerste stadskern, waar tot in de 19de eeuw het zogenaamde "Huis met den Toren" stond (huidige nummers 31-33) volgens sommige historici refererend aan het "belfort" van de oudste stadskern. Benaming ontleend aan de vroegere functie.
Pas als plein ontstaan circa 1845 na de overwelving van de Brouwers- en de Vredebergvliet die beide hier hun bron en monding hadden. Nagenoeg volledig vernield tijdens de Eerste Wereldoorlog. De Vismarkt met enkele monumenten en gelegen aan de Nete, werd als visuele beëindiging van de Grote Markt in 1919 uitgekozen als typevoorbeeld voor een wederopbouw-wedstrijd uitgaande van de Union des Villes et Communes Belges in samenwerking met het hulpcomité "Oeuvre Suisse en Belgique". De stedenbouwkundige wedstrijd omvatte de reconstructie van de achterin gelegen gevelwand aan de Nete (Vismarkt en toenmalige Messenstraat, het huidige Felix Timmermansplein) en een ontwerp voor de brug tussen de Grote Markt en de Rechtestraat. Het behoud van de bestaande percelen werd vooropgesteld, de lijnrichting werd in 1920 definitief vastgelegd met aanpassing van de rooilijn tot aan het buildragershuisje. Slechts drie ontwerpen werden ingediend. Van het bekroonde ontwerp van E. Van der Paal, met lijnrichting van 1918, voorziene "groepsbouw" en één gevelzicht, werd slechts een sterk afwijkende versie van de brug uitgevoerd. Na lange discussies besliste de stad de huizen aan de Nete niet herop te bouwen.
Vooroorlogse bebouwing overwegend bestaande uit eenvoudige bepleisterde lijstgevels, onder meer als aanpassing van oudere kernen (zie diephuizen) en een klein bouwblok in de Netebedding aan de Hoogbrug. Huidig uitzicht bepaald door een sobere neotraditionele wederopbouwarchitectuur en gelijkaardige hedendaagse constructies; diephuizen met bakstenen trap- of puntgevels van twee tot drie bouwlagen; nummer 17 naar ontwerp van A. Ceulemans van 1922. Nummer 27 naar ontwerp van B. De Meyer van 1923. Ter plaatse van het huidige nummer 9 bevond zich oorspronkelijk het buildragershuisje, afgebroken in 1958 en in 1963 mits aanpassingen heropgebouwd als afzonderlijk paviljoen op het Felix Timmermansplein. Ter hoogte van de verbreding van de markt: omheinde openluchtvismijn van 1877 en oude stadspomp van 1835 met initialen M.D.V. van de toenmalige burgemeester Mast De Vries, door de Lierse meester-steenhouwer J.J.G. Nuyens, ornamentiek naar ontwerp van L.(?) Serrure: arduinen zuil waarop stadsschild en vier bronzen vissen, op arduinen vierkante sokkel; pompzwengel en spuwer in vorm van mannenhoofd; halfrond waterbekken.
Bron: KENNES H. & WYLLEMAN L. 1990: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Lier, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n1, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Kennes, Hilde
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Kennes H. 1990: Vismarkt [online], https://id.erfgoed.net/teksten/102718 (geraadpleegd op ).