In 1899 werd de noordzijde van de Botermarkt, het pleintje voor het stadhuis, geopend voor het trekken van de brede en rechte Borluutstraat tot bij Sint-Jacobs. Enkel het gedeelte tussen de Kammerstraat en Vlasmarkt id est de verdwenen Korte Kammerstraat bevat enkele oude kernen aansluitend bij de Vlasmarkt en Bij Sint-Jacobs. Het typische en nog vrij ongeschonden straatbeeld wordt echter voornamelijk gevormd door statige burgerhuizen uit begin 20ste eeuw, voornamelijk opgetrokken in eclectische bouwtrant. Naast openbare gebouwen ontworpen door stadsarchitect Charles Van Rysselberghe (1850-1920), vormen vooral de huizen van architect Jacob Semey (1864-1934) een opvallend en boeiend ensemble. De meeste van zijn woningen zijn gewijd aan of dragen namen van belangrijke Gentse of Vlaamse historische figuren; de gevels zijn dan ook voorzien van opschriften, reliëfs, borstbeelden die het historisch belang van die figuren of hun daden toelichten.

Thans is deze typische straat grotendeels met sloping bedreigd.