Zogenaamd sedert de 18de eeuw als herinnering aan de toen afgeschafte "Brugse poort", ook Walpoort genoemd, opgericht op de invalsweg van Brugge, ten noorden van de nieuwe stadsversterking in vervanging van de Torenpoort aan de 12de-eeuwse vestingswal. De eerste Brugse poort, te situeren midden de huidige Noordstraat, gesticht in de 14de eeuw, werd verschillende malen heropgebouwd (1468, 1581) en hersteld in 1720. Een tweede Brugse poort werd opgetrokken voor de eerste, namelijk op het huidige kruispunt van de Contributiestraat met de Begijnhoflaan, bij het voltrekken van de nieuwe stadsversterking onder het calvinistische bewind van Ryhove en Hembyze (1577-78). In 1670 laat Graaf de Monterey het "voorgeborchte" der Brugse poort versterken door middel van een vooruitgeschoven horenwerk. De tweede Brugse poort en het horenwerk werden afgebroken onder Jozef II in 1782. Na de afschaffing van de octrooirechten aan de stadspoorten in 1860 sloopte men de eerste Brugse poort.
De noordzijde der straat was eertijds gescheiden van het zogenaamde "Groot Begijnhof" door de gracht die het Begijnhof omwalde.
Op de zuidzijde bevond zich het godshuis van Sint-Jan en Pauwel, bijgenaamd "De Leugemeete", gesticht in 1315 en laatste resten gesloopt in 1911.
Heden voornamelijk burgerhuizen met lijstgevels uit de 18de en eerste helft van de 19de eeuw, schaarse sporen van de oude bebouwing (nummer 30).
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K. & VERBEECK M. met medewerking van LINTERS A. 1979: Inventaris van het cultuurbezit in Belgiƫ, Architectuur, Stad Gent, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 4nb Zuid-West, Brussel - Gent. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)