Gelegen binnen de wijk zogenaamd Sint-Pieters-Aalst of deel van het domein Sint-Pieters-buiten-de-muren, tot 1795 toebehorende aan de Sint-Pietersabdij. Urbanisatie voorzien in 1902-1904 doch in 1911-1912 uitgekozen als terreinen voor de Gentse wereldtentoonstelling van 1913. Verkaveld in 1926 als typische rijke burgerwijk, in de volksmond zogenaamd Miljoenenkwartier, met het huidige Paul de Smet de Naeyerplein als centrum. De Congreslaan, een brede laan met centrale grasberm, werd aangelegd op de plaats van het ereplein.
Beide gevelwanden, gescheiden door een breed grasperk, vertonen een typische eigentijdse bebouwing, volgens bouwaanvragen voornamelijk daterend van 1928 en 1929. Ruime rijhuizen voorzien van voortuintjes, drie of vier bouwlagen onder zadel- of plat dak. Naast burgerhuizen in verschillende neostijlen, ondermeer nummer 18 in neorococostijl, gedateerd 'anno MCMXXXIX'; nummer 20-24 in een gelijkaardige stijl, gesigneerd O. Bibauw (1929), nummers 21-25, 27 en 36 gesigneerd Ch. Hoge (1928, 1929), komen verschillende modernistische een- en meergezinswoningen voor in een vrij zakelijke baksteenstijl. Nummer 6-16, gesigneerd: "J. Lippens, architect", is een typische meergezinswoning in overgangsstijl van decoratieve naar functionele baksteenarchitectuur. Nummer 15, gesigneerd: "architecte Georges Merlé, Gand", van 1929 vertoont een strakker natuurstenen parement. De hoekpanden met het Paul de Smet de Naeyerplein (Congreslaan 40 en Paul de Smet de Naeyerplein 1-3) zijn ingenomen door twee villa's naar ontwerp van architect G. Henderick en vormen de overgang naar het ovaal aangelegde villapark.
- Stadsarchief Gent, Bouwaanvragen particuliere woningen, G12, 1928/C/19, 1929/C/3, 1928/C/4, 1928/C/16, 1928/C/13, 1929/C/11.