Vroeger ook Godshuizenlaan genoemd en deel uitmakend van de brede ringlaan aangelegd circa 1864 op de gedempte stadswal. Sinds 1918-19 werd het deel tussen Bijlokehof en de Rozemarijnstraat Martelaarslaan genoemd naar de terechtstellingsplaats van de martelaars van de Eerste Wereldoorlog, gelegen achter de huidige laan (ingang Offerlaan).
De rechterstraatwand tussen de Bernard Spaelaan en Rozemarijnstraat, binnen de zestiende-eeuwse stadsomwalling gelegen werd reeds opgenomen in de vorige inventaris over Gent.
De linker straatwand voorbij de bocht van de huidige Groot-Brittanniëlaan werd sinds 1869 ingenomen door het enorme complex van het jongensweeshuis. Door brand geteisterd rest heden slechts de gerestaureerde rechter dwarsvleugel. De overige gronden zijn heden ingenomen door nieuwe bouw van de Stedelijke Technische School.
De overwegend eind-negentiende-eeuwse bebouwing van doorsnee bepleisterde en beschilderde burgerhuizen van twee of drie traveeën en meestal drie bouwlagen onder zadeldak (ondermeer nummer 339-361), werd de laatste jaren op verschillende plaatsen vervangen door schaalbrekende moderne administratieve complexen, flatgebouwen en grote winkelcentra aansluitend bij de hoogbouwwijk in de vroeger Neermeersen, aan de huidige Watersportbaan.
De linker straatwand naar het einde van de straat toe wordt heden nog gemarkeerd door een opvallend eclectisch huizenblok (nummer 415-433) voorafgegaan door een doodlopende steeg zogenaamd "Cité Van Driessche" (nummer 363-411) met identieke eclectische bebouwing gebouwd tussen 1897 en 1913 door eenzelfde architect Ch. Van Driessche.