Voorheen zogenaamd Nijverheidskaai. Huidig tracé van 1882. Linkeroever van de Voorhaven, in 1880-86 gegraven door de Staat als uitbreiding van het in 1827 geopende Kanaal Gent-Terneuzen. In feite een doortrekking van de oude Sassevaart. Verbindt Gent met Terneuzen en aldus met de Westerschelde en betekende een eerste stap in de uitbouw van de Gentse haven met openstelling van de stad voor de grote scheepvaart.
Op de rechteroever bouwde de stad loodsen (zie Voorhavenlaan), op de linkeroever vestigden zich industrieën. Aan de wendingsplaats legde de Staat twee droogdokken aan met bureel, woning en werkplaatsen in 1891.
Aanvankelijk namen de textielbedrijven een dominerende plaats in, zoals de katoenbedrijven van Parmentier, Van Hoegaerden & Cie, met ingang op de Nieuwevaart (zie aldaar nummer 51), gebouwen nu nog deels in gebruik door de firma Ziegler (nummers 7-8), de spinnerij Renson (gesloopt), de spinnerij "Galveston" (nummers 52-55) en de grote vlasstoomspinnerij "La Lieve", reeds opgericht in 1864, doch totaal gesloopt in 1977. Ook de voormalige "sucrerie Mechelynck", later "Entrepots et Magasins Generaux de Gand" en thans magazijnen van de firma De Baerdemaecker behoort tot één der oudste bedrijven op deze kaai.
De meeste andere complexen verloren door hun talrijke aanpassingen veel van hun industrieel-archeologische waarde en zijn gevestigd in (ver)nieuw(de) gebouwen, bijvoorbeeld nummers 25-26, "Bonneterie De Groote", nummer 43 Anglo-Belgian cy, nummer 88 de Gentse Zoutziederij (Vyncke). Thans ook verschillende petroleummaatschappijen: BP, Chevron, Fina, Esso.