Voorheen de Dorpsstraat. De straat maakt deel uit van het gemeentecentrum, en verbindt de Zuid-Willemsvaart, die de eigenlijke oostgrens van de bebouwing vormt, met de Rijksweg N78. Hier concentreert zich de oudste bebouwing van de gemeente. Hier werd in 1841-1844 de nieuwe kerk gebouwd, met bijhorend plein, en eind 19de eeuw het oude gemeentehuis.
In augustus 1856 brandt de Dorpsstraat, op drie huizen na, volledig af. Hierdoor verdwijnt de oorspronkelijke bebouwing met de typische L-vormige hoeven en het vakwerk. Dit verklaart tevens de huidige homogene bebouwing, die dateert van de wederopbouw in 1857 en 1858.
Op het terrein, afgebakend door de Dokter Haubenlaan, de Loosgraaf ten oosten, de Heirstraat ten westen en een smalle steeg boven de Proostdijstraat ten noorden, bevond zich tot het einde van de 19de eeuw het kasteel Oensel, op de Ferrariskaart afgebeeld als een U-vormig gebouw gelegen tussen zijn tuinen, met Franse tuin ten noordwesten. Het kasteel wordt voor het eerst vermeld in 1568: Willem de Zwijger steekt tussen Obbicht en Stokkem de Maas over en verwoest het kasteel en een deel van het dorp. Het kasteel wordt in 1595 hersteld. In 1649 terroriseren Lorreinse troepen het dorp en de omgeving vanuit het kasteel; dit duurt tot 1653, wanneer de gouverneur van Maastricht het kasteel bestormt en inneemt. In 1797 worden de goederen geconfisceerd en verkocht aan Paymont, een Parijzenaar. Midden 19de eeuw (Atlas van de Buurtwegen, ca.1841) is het kasteel een rechthoekig gebouw, met twee dienstgebouwen aan de zijde van de Dokter Haubenlaan, en een Engelse tuin met vijver ten noordoosten. In de loop van de 19de eeuw vervallen de gebouwen en eind 19de eeuw is het kasteel volledig verdwenen.
Het terrein is thans verkaveld (Kasteelstraat, Proostdijstraat en Parklaan) en van recente bebouwing voorzien.
Aan de kruising van de Dokter Haubenlaan, de Rijksweg en de Heirstraat werd het nieuwe Marktplein aangelegd, met het huidige gemeentehuis (confer Heirstraat).