Naar de hoeve "(De) Hem(me)" (Hemmestraat, nummers 65-67-69), dit is door waterweg aangegeven of gescheiden grond. Uitgangskern: stuk grond (circa 100 hectare), in 1138 door gravin Sybilla, gemalin van Dirk van den Elzas, aan de Duinenabdij van Koksijde geschonken. Latere aanwinsten, voortkomend van indijkingen verricht door monniken, alsook van giften en voortdurende grondruil tussen verschillende eigenaars enerzijds en de Duinenabdij anderzijds, gesitueerd op linkeroever van de IJzer.
12de eeuw: domein "Hem" belangrijkste uithof met oppervlakte van 758 gemeten. In akte van 1199, gerekend tot "grangia", zijnde verzamelplaats van verschillende hoeven. Onder Niklaas van Belle (prelaat van Duinenabdij van 1232- 1253) voorzien van monumentale schuur en verscheidene gebouwen. In akte van 1246, oppervlakte van de "Hem" bepaald op 780 gemeten het Adelisenland inbegrepen (zie "Allaertshuizen" te Wulpen: circa 700 gemeten; "Ten Bogaerde" samen met de hoeven "Het Moer" en "Het Voormoer": 1200 gemeten). Verwoesting in 1590 en 1650.
17de eeuw: splitsing in "Grote" en "Kleine Hemme". Privaat bezit na Franse Revolutie.
1830: eigendom van Niklaas De Roover, laatste Duinenmonnik; na diens dood geschonken aan Mgr. Bousseu, secretaris van bisdom Gent, ten behoeve van de oprichting van bisdom Brugge. Vernieling van de oude hoevegebouwen tijdens eerste wereldoorlog.
1922: heropbouw, afwijkend van oorspronkelijk uitzicht; de huidige schuur, uit gewapend beton, meet 56 meter lang, 23 meter breed en 16 meter hoog en bevat meteen alle stallingen. De middeleeuwse hoeve is ver zoek.
VAN BUGGENHOUT J., Het uithof De Hemme, in Bachten de Kupe, XVI, 1, 4, 1979.