De gedenkplaat hangt aan de gevel van de Pieter Deswartelaan nummer 37, ten zuiden van de sluizen, op ongeveer 500 meter ten noordoosten van de Onze-Lieve-Vrouwekerk van Nieuwpoort, in een bebouwde omgeving.
Deze gedenkplaat herinnert aan de locatie van de schuilplaats van kunstschilder Bastien, die behoorde tot de Compagnie ‘Sapeurs-Pontonniers’. De gedenkplaat werd onthuld op 1 september 1957, te samen met de andere gedenkplaten voor de 'Sapeurs-Pontonniers', die her en der in de stad Nieuwpoort opgehangen werden.
De compagnie ‘Sapeurs-Pontonniers’ werd opgericht op 2 september 1915. Zij stond in voor het onderhoud van de sluizen en de hydraulische inrichtingen van het Belgische front.
De afdeling ‘Sapeurs-Pontonniers’ stelde zijn rustkantonnement en zijn werkhuizen op te Veurne, op het kruispunt richting Bulskamp. Eén peloton werkte onafgebroken aan de sluizen te Nieuwpoort, één peloton voor het nachtwerk was te Wulpen gekantonneerd en één peloton op halve rust logeerde te Veurne. De compagnie beschikte over een peloton fietsers, over drie secties duikers en over een technisch bureel.
De Compagnie ‘Sapeurs-Pontonniers’ had gedurende de oorlog 27 doden te betreuren, naast 50 gewonden en 143 slachtoffers van gas.
Alfred Bastien (° Elsene, 1873 - + Brussel 1955) was reeds vóór de Eerste Wereldoorlog een gevierd schilder. Hij verbleef tot zijn achttiende in Gent, waar hij avondlessen aan de Academie volgde, en schreef zich daarna in aan de Brusselse Academie. Hij stichtte een kunstgroep, leerde beeldhouwen en ging bij verschillende wedstrijden met de prijzen lopen. In 1897 won hij de prestigieuze Godecharle-prijs. Vanaf 1911 werkte hij voor de Wereldtentoonstelling van 1913 te Gent aan een 'Panorama van Congo'. Hij reisde veel, zijn werk was oriëntalistisch.
Begin 1914 was hij weer in België, in Oudergem. Aangezien hij bij de Burgerwacht was, werd hij in augustus gemobiliseerd. Bij het ontbinden van de Burgerwacht midden oktober kon Bastien niet meer naar Brussel terug en week hij uit naar Engeland. In Londen verbleven toen veel gevluchte Belgische kunstenaars, die verenigd waren in 'La Ligue des Artistes Belges'. Bij Bastien rijpte het idee om een panorama van het front te maken.
In 1915 nam de 42-jarige als vrijwilliger dienst in het Belgisch Leger. Kunstenaars moesten er tekeningen maken ten dienste van artillerie, patrouilles en raids. In de winter herstelde Bastien van een verwonding. Toen hij terugkwam aan het front stapte hij mee in de 'Section Artistique de l’Armée Belge'. Bastien en de andere schilders Huygens, Lynen en Wagemans kenden Nieuwpoort van vóór de oorlog en werden er ingekwartierd bij de 'Sapeurs-Pontonniers'. Ze vonden een onderkomen in een kelder. In een nabijgelegen woning richtten ze een atelier in, ze schilderden de taferelen die ze rond zich zagen. Bastien had een goed contact met soldaten en officieren. Hij nam aan enkele tentoonstellingen deel en schilderde zelfs een portret van Koning Albert I. Hij zou zich de rest van zijn leven in de belangstelling van het Vorstenpaar kunnen verheugen. In 1917-1918 was hij gedetacheerd bij het Canadese Leger, maar met het Eindoffensief was hij terug aan het Belgisch front.
Na de Wapenstilstand keerde Bastien terug naar Oudergem. Hij werd leraar en directeur aan de Brusselse en later ook aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten. Hij was één van de weinige leden van de Artistieke Sectie die na 1918 nog oorlogsthema's uitwerkte. Vanaf 1920 begon hij met de steun van enkele bankiers aan zijn meest bekende, het 'IJzerpanorama', waarbij hij zijn frontschetsen uitwerkte tot een doek van 14 op 120m. Vanaf mei 1921 werd het panorama opgesteld in een rotonde in Brussel. Het kende een groot succes. Het gebouw werd echter verkocht en vanaf 1926 werd het panorama in Oostende tentoongesteld, waar toen Britse oorlogstoeristen massaal toestroomden. Tegen eind jaren 1930 telde het nagenoeg geen bezoekers meer. Tijdens de Tweede Wereldoorlog raakte het doek beschadigd. Het werd overgebracht naar het Legermuseum voor restauratie. Sedert renovaties in 1980 ligt het doek daar versneden en opgerold in een depot.
Rechthoekige bronzen plaat met gebogen bovenzijde met vlakke uiteinden, eenvoudige omlijsting.
In de rondboog een helm en een anker in vlakreliëf, '1914-1918', daaronder 'Cie des Sapeurs-Pontonniers', 'E Schuilplaats van kunstschilder Bastien (op de achtergevel)', 'Abri du peintre Bastien (sur la façade arrière)', op de boord 'Voir mémorial de la tour Saint Laurent' 'Zie memoriaal Sint Laurenstoren'. Uitgevoerd in vlakreliëf.
L. 53,5 cm x Br. 97 cm
Bron: WOI Relict (1134): Gedenkplaat Cie Sapeurs-Pontonniers: E. Schuilplaats Bastien (Nieuwpoort - WOI)
Auteurs: Decoodt, Hannelore; Bogaert, Nele
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Decoodt H. & Bogaert N. 2006: Pieter Deswartelaan [online], https://id.erfgoed.net/teksten/396646 (geraadpleegd op ).
Langsheen het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke. Genoemd naar Pieter Deswarte (1838-1914), stichter van de in 1969 gesloten scheikundige fabriek zogenaamd "Produits Chimiques", een thans leegstaand en vervallen gebouwencomplex.
Bron: DELEPIERE A.-M. & LION M. met medewerking van HUYS M. 1982: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Veurne, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 8n, Brussel - Gent.
Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Lion, Mimi; Huys, Martine
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze tekst citeren als: Delepiere A. & Lion M. & Huys M. 1982: Pieter Deswartelaan [online], https://id.erfgoed.net/teksten/103713 (geraadpleegd op ).