Verbindingsstraat tussen de Koning Albertstraat en Battenbroek. Bij het begin van de straat rechts stond tot 28/9/1914 een houten standaardmolen van 1660 ter vervanging van de molen van 1618, opgetrokken door de abdis van Rozendaal. Ingericht als observatiepost van het Belgische leger, werd hij bij de aftocht der Belgen door brand vernield. Een stuk molensteen bleef als schamppaal bewaard tegen de linkerzijgevel van de woning Noorderveld nummer 42. Aan de overzijde van de straat, het zogenaamde "Polderhuisje", een gecementeerde rechthoekige constructie onder geknikt zadeldak (nok loodrecht op de straat, kunstleien), naar verluidt eertijds gebruikt als bergplaats voor het materiaal om de grachten te kuisen.
DE KEERSMAECKER J., Kempische windmolens, Antwerpen, 1973, p. 69.
HOLEMANS H. en LEMMENS P., Molens van Klein-Brabant, Mechelen en de Rupelstreek, Nieuwkerken, 1987, p. 86.
Bron: KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Mechelen, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Kennes, Hilde Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)