De vroegere castrale motte zogenaamd "Hoge Wal" werd door de burggraven van Gent gebouwd als castrum aan de oude Biervlietse heerweg en aan de Schipgracht, later zogenaamd Burggravenstroom en verbinding tussen de motte en Gent. De burggraven namen de feodale motte vanaf de 12de eeuw in als tijdelijke residentie. Volgens archiefdocumenten zouden er in 1199 twee kapelanieën gesticht zijn, één in de kapel van het kasteel en één in de kapel van het ertegenover gelegen hospitaal. Het hospitaal werd vermoedelijk later vervangen door een neerhof. Het castrum op de tweedelige motte werd waarschijnlijk vernietigd in 1385 in de strijd tegen de hertog van Bourgondië. De bebouwing van het "motte-hof", met opper- en neerhof is verdwenen, maar de aarden ophoging en de 8 à 10 m brede walgracht van het opperhof bleven goed bewaard. Op het neerhof is de walgracht gedempt. De site wordt thans ten zuiden en ten westen omgeven door een villaverkaveling, die de verdwenen ringgracht rondom de motte vermoedelijk gedeeltelijk oversnijdt.
DE VOS A., Geschiedenis van Ertvelde, Ertvelde, 1971, p. 52-69.
Bron: LANCLUS K. & VERBEECK M. 1993: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Evergem - Lochristi, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n4, Brussel - Turnhout. Auteurs: Lanclus, Kathleen Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Jacob Van Arteveldelaan [online], https://id.erfgoed.net/themas/3726 (geraadpleegd op ).