Tussen het Vandenpeereboomplein en de Maloulaan. Voormalige poortstraat, eertijds leidend naar de Elverdingepoort gelegen ten westen van de huidige gevangenis; deze noordwestelijke stadspoort werd gesloopt circa 1640 in het kader van de toenmalige nieuwe versterkingen met halve manen rondom de stad. Nagenoeg recht straattracé volgens de Sanderuskaart (1641-1644) evenwijdig lopend met de noordwestelijke stadsversterking. Eertijds vestigingsplaats van de "Stedelijke Munte" (tweede helft van de 14de eeuw), en twee tijdens de Franse Revolutie verdwenen religieuze instellingen zijnde vanaf 1417, de grauwe zusters, en sinds 1584, de augustijnen-heremieten. Laatst genoemd klooster lag op de westelijke hoek bij de Beluikstraat; op de vrijgekomen gronden werd onder het Hollands bewind een buskruitmagazijn gebouwd dat vanaf 1856 als voedermagazijn benut werd door de Ruiterij-school. 1873-1876: bouw van het "Huis van Bewaring" of de gevangenis aan het uiteinde van de Noordelijke straatzijde op een braakliggend terrein ontstaan na het slechten van de hier circa 1818 door het Nederlands leger aangebrachte versterkingen. Eind 19de eeuw: na het dempen van de westelijke vestinggracht of de Boterplas in het kader van de uitbouw van het stationskwartier (zie Colaertplein), aanleg van het kruispunt Elverdingsestraat - Maloulaan - Maarschalk Haiglaan en bouw van een watertoren ten westen van de gevangenis. Zijstraten. Aan de noordzijde, het in 1807 verdwenen "Paepenstraetkin" (1447) in de nabijheid van de middeleeuwse Elverdingebrug over de Ieperlee, en het Vestingsstraatje, eertijds "Steendamstraetkin", naar de circa 1500 geslechte kleine Steendampoort waar in 1506 de Koninklijke Sint-Barbaragilde aan de vestinggracht haar gildehuis bouwde; naar vermelde schuttersgilde stond deze plaats tot in de 19de eeuw bekend als de "Barbelhofvesten" (zie Minneplein). Aan de zuidzijde, respectievelijk van oost naar west: het Herejan- en Sint-Godelievestraatje naar de Sint-Jansstraat; de Beluikstraat, eertijds de vestigingsplaats van het refugium van de abdij van Eversam (Stavele), en de vroegere Kalverstraat, vanaf 1900 Eigen Heerdstraat genoemd naar de maatschappij Eigen Heerd die hier toen arbeiderswoningen bouwde. Laatst genoemde straten verbinden de Elverdingsestraat met de de Stuersstraat.
Vooroorlogs uitzicht volgens stadsplattegrond en enkele oude foto's omtrent de eeuwwisseling. Gekasseide straat met nagenoeg recht tracé, reeds van oudsher aanwezig. Blijkbaar sociaal gevarieerde woonfunctie, echter vermoedelijk gedomineerd door heren- en burgerwoningen; voorts ook enkele herbergen en winkels, onder meer het estaminet zogenaamde "Comtesse de Flandre" op de zuidelijke hoek bij de Herejanstraat, en de coöperatieve winkel zogenaamd "De Spaarzaamheid". Ook vestigingsplaats van de Sint-Michielsschool sinds 1896 naar hier overgebracht vanuit de Sint-Jacobsstraat. Straatwanden gekarakteriseerd door rijhuizen van twee bouwlagen onder zadeldak (nokrichting parallel aan de straat; onder meer tichelen), uit de 17de, 18de en 19de eeuw. Ook enkele 17de-eeuwse diephuizen met topgevel in lokale renaissancestijl onder meer vermeld estaminet gekenmerkt door een drieledige houten kozijnconstructie voor de herbergpui, en het pand voorheen betrokken door de grauwe zusters met trapgevel op verhoogde begane grond en rechts aanpalende koetspoort gedateerd 1633 met bewerkte middenstijl voorzien van Ambrosiusbeeld (zie gevelopstanden van de "Mission du Ministère des Sciences et des Arts"). Onderbreking in de bebouwing tussen de Beluiken de Eigen Heerdstraat, ter hoogte van het vermoedelijk ommuurde terrein van vermeld voedermagazijn; ertegenover, de burchtachtige constructie van de gevangenis mogelijk naar ontwerp van architect J. Dumont (zie nummer 70) met links ervan, de watertoren naar ontwerp van architect E. Temmerman gebouwd in 1896 door de Gentse maatschappij Phoenix en omwille van zijn neogotische bouwtrant niet ten onrechte "Château d'eau" genaamd.
Wederopbouw grosso modo met behoud van vooroorlogs straattracé met zijstraten, pandenindeling, bouwhoogte en functies. Echter blijkbaar minder afgeschuinde zuidelijke hoek bij het A. Vandenpeereboomplein, en kleinere panden aan de zuidelijke straatzijde; ook opsplitsing in bouwpercelen voor rijhuizen van de terreinen voor de Eerste Wereldoorlog ingenomen door het voedermagazijn en de watertoren. Ter hoogte van nummer 30: een onbebouwd perceel.
Historiserende wederopbouwarchitectuur. Behoudens de naar het vooroorlogse uitzicht heropgebouwde gevangenis, geen nauwgezette reconstructies, echter wel vage reminiscenties aan de voor de Eerste Wereldoorlog in de straat aanwezige 17de- en 18de-eeuwse architectuur. "Nieuwe" blikvanger op de zuidhoek bij het A. Vandenpeereboomplein: de Anglicaanse bidplaats zogenaamd "Saint-Georges Memorial Church" (nummer 1-3). Uitzonderingen: de modernistische woning naar ontwerp van architect Pierre Verbruggen (Brussel) uit het begin van de jaren 1920 (nummer 50), en een aantal panden met mincer radicale vormgeving voornamelijk uit de jaren 1930 (nummer 56, 76), onder meer gelegen tussen de Beluik- en de Eigen Heerdstraat (nummer 55-65).
Basisconcept: breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder zadeldak (voornamelijk mechanische pannen; leien) soms in combinatie met een topgevel; in mindere mate geknikte zadel- en mansardedaken, en slechts een plat dak (nummer 55). Anderzijds ook enkele diephuizen met punt- (nummer 16) of trapgevel (nummer 25, 34).
Bouwmaterialen: baksteen voornamelijk gele; plint of sokkel doorgaans van Atrechtse zandsteen en/of arduin. Soms gebruik van simili- en/of Euvillesteen onder meer voor vensterconstructies en ornamenten. Drie gecementeerde gevels: nummer 38, 50 en 64.
Dateringen door middel van gevelstenen: 1920 (nummer 97), 1922 (nummer 6), 1923 (nummer 20, 46). Nieuwe bouw (nummer 31, 66), onder meer in de vorm van een appartementsgebouw (nummer 68). Doorgaans bewaarde bouwaanvragen.
De zogenaamde "wederopbouwstijl" kan als volgt opgesplitst worden:
- Voornamelijk eclectische gevels: nummer 1-3, nummer 6, 8, nummer 12, 14, nummer 13, nummer 20, nummer 21, nummer 22, nummer 24, 26, nummer 25, nummer 29, 37, nummer 38, nummer 40, nummer 41-47, nummer 60, nummer 62, nummer 69-75, nummer 78, 80, nummer 81-85, nummer 87, 93, 95, nummer 97/Maloulaan nummer 38.
- Enkele imitatieve varianten op de lokale laat-gotische architectuur: nummer 2-4, nummer 91.
- Imitatieve varianten op de lokale renaissancestijl: nummer 9, 11, nummer 16-18, nummer 34.
- Gevels met meer uitgesproken neorococo- of neoclassicistische inslag: nummer 15, nummer 17, nummer 23, nummer 27, nummer 32, nummer 44, nummer 46.
- Modernistisch geïnspireerde gevels, echter tevens nog met lichte art-deco-inslag; van een kwalitatief hoger niveau door de algemene geveluitwerking is nummer 50. Verder: nummer 55-65, nummer 56, nummer 82.
- Een naar het vooroorlogs uitzicht gereconstrueerde gevel: nummer 70.
- Stedelijk Archief Ieper, 874.1, 28-30.