Tussen de Diksmuidsestraat en de Lange Torhoutstraat. Eertijds vermeld als de "Markt voor de Minderbroeders" (1325: "le marchiet devant les Frères Menus"); naar verluidt de toenmalige vestigingsplaats van de houtmarkt gehouden aan de "Goudine Gracht" - mogelijk een overblijfsel van een eerste stadsversterking daterend van voor 1214 - die grosso modo het huidige straattracé volgde. In 1320 werd de straat verbreed en geplaveid.
Vroeger ook Minderbroedersstraat genoemd naar het klooster der minderbroeders, later der recolletten, sinds circa 1255 tot aan de Franse Revolutie gevestigd achter de noordelijke straatzijde en bereikbaar via de Recollettenpoort, een noordelijk zijstraatje, in 1664 in westelijke richting doorgetrokken naar de Diksmuidsestraat.
1597: bouw van een "Berch van Caritate" aan de noordelijke straatzijde ten oosten van de Recollettenpoort, na sloping van de vervallen huizen wear de Berg - ook "Beurze" genaamd - sinds 1534 ingericht. Na de Franse Revolutie fungeerde het gebouw als tuchthuis; in 1866 afgebroken en vervangen door een brouwerij en een herberg zogenaamd "De Beurs".
Huidige straatnaam daterend van 1887; verwijst naar Henri Carton (1791-1877), burgemeester van Ieper van 1826 tot zijn ontheffing uit het ambt in 1830 op last van het Voorlopig Bewind te Brussel.
Wederopbouw grosso modo met behoud van vooroorlogs straattracé, pandenindeling en woonfunctie. Nagenoeg rechte, gekasseide straat; iets breder middengedeelte waarvan de stoeprand sporadisch beplant met kleine linden. Nummer 15, ernaast rechts: de Recollettenpoort of het gekasseide L-vormige straatje naar de Diksmuidsestraat, en tevens toegang verschaffend tot de materniteit van het Onze-Lieve-Vrouwgasthuis (zie Lange Torhoutstraat nummer 29). Pandenindeling overeenkomstig de rijbebouwing met herenhuizen, echter voornamelijk middelgrote en kleine burgerwoningen, uit de jaren 1920. Historiserende wederopbouwarchitectuur resulterend in een vrij harmonieus straatbeeld, ten oosten visueel afgelijnd door een brede trapgevel aan de Lange Torhoutstraat (nummer 12, 14). Wellicht weinig of geen uitgesproken reminiscenties aan de vooroorlogse gevelwanden. Bijvoorbeeld: interessante bakstenen trapgevel van 1620 in lokale renaissancestijl, noch gereconstrueerd, noch als inspiratiebron gebruikt. Basisbebouwing: breedhuizen met lijstgevel van twee à drie bouwlagen onder zadel- of mansardedak. Bouwmaterialen: baksteen; plint of sokkel vaak van Atrechtse zandsteen en/of arduin. Twee bepleisterde gevels: nummer 12 en nummer 37, respectievelijk met simili-Euvillesteen en cement. Soms gebruik van simili- en/of Euvillesteen onder meer voor vensterconstructies. De zogenaamde "wederopbouwstijl" is eclectisch en vaak met dominerende neoclassicistische inslag.
Verschillende eenheidsbebouwingen onder meer: nummer 4-10 met ordonnerende kolossale pilasters en centraal halfrond fronton, naar verluidt naar ontwerp van architect J. Coomans (Ieper). Nummer 7-9, 11-13, 41-47, spiegelbeeldschema's met enkelhuizen van drie bouwlagen, naar ontwerp van architect J. Angillis (Ieper) van 1921; nummer 14-16 gekenmerkt door een meer doorgedreven interpretatie van traditionele vormen. Nummer 51-53, oorspronkelijk een burgeren een winkelhuis, thans Revalidatiecentrum, naar ontwerp van architect E. Jaspar (Brussel) van 1921, gelegen op de hoek bij de Lange Torhoutstraat en gekenmerkt door getrapte dakvensters en soortgelijke rechter zijgevel. Doorgaans bewaarde bouwaanvragen.
- Stedelijk Archief Ieper, 8741, 13, 14.
- Algemeen Rijksarchief, Dienst Verwoeste Gebouwen, 1381, 1382, 1687.