Tussen de D'Hondt-/Bukkersstraat en de hoger gelegen vest, ter hoogte van de in de 14de eeuw verdwenen Komenpoort. In 1405 bekend als "Poterne-" of "Poortjestraetje" naar een behouden poortje in de versterking. Ook vermeld als "Scepperstraetje" (1497); in 1590 "Witte Ossestraetje" genoemd. Achter de zuidelijke straatzijde, eertijds vestiging van de "Bogaerden", later van de grauwe broeders en sinds 1592 van de rijke klaren, wet de huidige straatnaam verklaart.

Wederopbouw grosso modo met behoud van vooroorlogs schuinlopend straattracé, pandenindeling en woonfunctie. Tevens bewaard pleinbeluik, het zogenaamd "Rijke Klarenhof" aan de noordelijke straatzijde. Historiserende wederopbouwarchitectuur met eclectische vormentaal; onder meer een imitatieve variante op de lokale renaissancestijl (nummer 24). Basisconcept: breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder zadeldak (nokrichting parallel aan de straat). Eén diephuis: nummer 79. Bouwmaterialen: baksteen; plinten of sokkels van Atrechtse zandsteen en arduin, bij nummer 24 van witte natuursteen. Meerdere eenheidsbebouwingen, zie nummer 73-77, nummer 8-10, nummer 16-18 en nummer 20-22; beide laatst genoemde naar ontwerp van architect J. Angillis (Ieper) van 1922. Nummer14, vermoedelijk naar ontwerp van dezelfde architect, te zien aan de bouwtrant aansluitend bij nummer 20-22: onder meer doorlopende druiplijst boven de getoogde, rechthoekige en korfbogige muuropeningen. Noordelijke straatzijde grotendeels bepaald door omheiningsmuur van het zogenaamde "Rijke Klarenhof".