Tussen Diksmuidestraat en Veemarkt. Voor de Eerste Wereldoorlog Sint-Maartensnieuwweg genoemd. Huidige benaming wijst op het slachthuis sinds 1861 gelegen aan het westelijk straatuiteinde en als visuele afsluiting fungerend van de Veemarkt.
Straat oorspronkelijk aan de binnenzijde en parallel met de noordelijke vestingmuur tussen de Diksmuide- en de Boezingepoort. Zuidelijke straatzijde tussen de Blauwe Lelie- en Brakkestraat naar de Surmont de Volsbergestraat, voormalige vestigingsplaats van het Sint-Christinabegijnhof, oorspronkelijk extra muros gelegen maar hier overgebracht na het beleg van 1383; latere fusie met de andere Ieperse begijnhoven. Bestond uit twee rijen huisjes respectievelijk ten westen en oosten van een plein met centraal de georiënteerde begijnhofkapel; toegang via het Begijnhofstraatje vanuit de Surmont de Volsbergestraat. Gebouwen in 1798 verlaten en in de loop van de 19de eeuw respectievelijk benut als bejaardentehuis en rijkswachtkazerne (tot de Eerste Wereldoorlog).
Wederopbouw grosso modo met behoud van vooroorlogs, licht gebogen straattracé. Sociaal gevarieerde woonfunctie.
Basisconcept: breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder zadel- of mansardedak, uit de jaren 1920, 1930. Laatst genoemde voornamelijk te situeren ter hoogte van het voormalige Sint-Christinabegijnhof. Ook nieuwe bouw, onder meer een vijf bouwlagen tellend appartementsgebouw op de hoek bij de Kaaistraat (nummer 43) van waar af perspectief op de westtoren van de Sint-Maartenskerk.
Voorts, nog een dieper in gelegen semi-permanente woning (nummer 20).
Zogenaamd "wederopbouwstijl" met eenvoudige eclectische vormentaal. Meerdere eenheidsbebouwingen onder meer nummer 11-13, 29-31, 33-35, 37-41; nummer 44-46 met houten Mariakapelletje en gesigneerd in de plint "E. Van Houdenhove - Architecte - Menen" (links) en "Jules Arco - Entrepreneur - Waterloo" (rechts).
Nummer 25, 27, 56 met lichte modernistische inslag, uit de jaren 1930.