Tussen Tempelstraat en Colaertplein. Oorspronkelijk Vleeshouwersstraat genoemd, waarschijnlijk naar de zuidwestelijke straathoek eertijds zogenaamd "Scottenhouc" met omheind open terrein voor het slachtvee - onbebouwd tot in de 17de eeuw, zie Sanderus (1640); mogelijk resulterende lokalisatie van slachters en beenhouwers ("vleeshouwers") in de straat. Sinds 1898 Stationsstraat genoemd zie de rechtstreekse verbindingsweg met het station in 1853-1854 gebouwd op de voorversterkingen ten westen van de Boterplas, tegenover de Vleeshouwersstraat (zie Colaertplein).
Straat oorspronkelijk aan binnenzijde van en parallel met de middeleeuwse zuidelijke vestingmuur, vanaf de Tempelpoort tot in het westen; nog bepalend voor het huidige, nagenoeg rechte straattracé.
In 1403, bouw van een tuchthuis door de stadsmagistraat aan de zuidelijke straatzijde; vanaf circa 1800 fungerend als magazijn en tussen 1713-1794 ook als protestantse bidplaats voor het Hollands garnizoen.
Circa 1680, oprichting van de "kazerne van Belle" door Vauban aan dezelfde straatzijde; circa 1800 vervangen door de "kazerne van het jaar X" (tiende jaar van de Republiek), gesloopt in 1853 ten voordele van een straatverbreding en nieuwe bouw met huizen.
16de eeuw-1742, vestigingsplaats van het schuttershof met kapel van de Sint-Sebastiaansgilde, aan de noordelijke straatzijde; vanaf circa 1773 tot aan de Franse Revolutie benut als armenschool zogenaamd "Sint-Sebastiaansschool", en in 1818 verbouwd en uitgebreid tot militair hospitaal.
1858: aanleg van de Sint-Sebastiaansstraat als verbinding met de Vooruitgangsstraat, vroeger Esplanadestraat genoemd, zie noordelijke begrenzing van de Esplanade.
Wederopbouw grosso modo met behoud van vooroorlogs - reeds van oudsher aanwezig - straattracé, pandenindeling, en dominerende handelsfunctie resulterend uit de nabijheid van het station. Tevens herstel van smalle doorsteek naar de G. de Stuersstraat, zijnde de Appelstraat. Basisbebouwing: breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder zadel- of mansardedak - soms in combinatie met een topgevel -, uit de jaren 1920. Verschillende eenheidsbebouwingen. Zogenaamde "wederopbouwstijl" met eclectische vormentaal; geen dominerende stijlontleningen.
Typische winkelstraat zie opsplitsing van de gevelwanden in twee registers. Inmiddels afgenomen handelsfunctie; resulterend behoud van een relatief groot aantal bewaarde winkelpuien, relevant voor de toenmalige smaaktendenzen van de middenstand. Voornamelijk nog een verder teren op de 19de-eeuwse vormentaal met neoclassicistische inslag; het meest uitgesproken bij de eenvoudige houten winkelpuien (onder meer nummer 5, 4-10, 52-54). Ook meer geïndividualiseerde uitwerkingen ter bevordering van de aantrekkingskracht, zie versieringen ook in combinatie met gedifferentieerd materiaalgebruik als arduin, marmer, ijzeren I-balk. IJzeren uithangborden (nummer 39, 53-55); onder meer met opschrift "Verbroedering der Rijkswacht" op de hoek van het "Hotel Continental" aan het Colaertplein nummer 29.
Tussen nummer 16 en 24, nieuwe bouw gevormd door de achtervleugel van het bejaardentehuis "Zonnelied" (G. de Stuersstraat nummer 21). Doorgaans bewaarde bouwaanvragen.
- Stedelijk Archief Ieper, 874.1, 67-69.