Tussen de Gasthuisstraat enerzijds en de Abeelseweg en Oost- en Zuidlaan (de recentere ringexpresweg) anderzijds. Het gaat om een gedeelte van het oude diverticulum Cassel-Aardenburg, wat ook de richtinggevende straatnaam verklaart. De geasfalteerde hoofdstraat, ook invalsweg, heeft een nagenoeg recht tracé dat reeds vanouds aanwezig is. Op het einde van de 13de eeuw werd aan de zuidoostelijke straatzijde de Onze-Lieve-Vrouwekerk gebouwd, waarvan de rijzige westelijke toren het straatbeeld domineert.
De straat heeft een woon- en handelsfunctie met een toenemende concentratie van winkels in de richting van het centrum. Het gaat vooral om 19de-eeuwse lintbebouwing met lage arbeiderswoningen naar de periferie toe. Ook aanwezig zijn een voormalige brouwerij (nummer 261-263), - hoeve (nummer 257-259), en - herberg van het type afspanning, vroeger ''t Zwijnland' genoemd en nu verbouwd tot woning (nummer 265).
De vooral tijdens het jongste decennium toegenomen verbouwingen en vervangende nieuwe bouw (meestal voor arbeiderswoningen), resulteerden in een eerder heterogeen straatbeeld. Opvallend is ook het vrij recent verdwijnen van een aantal typische houten winkelpuien uit de 19de en het eerste kwart van de 20ste eeuw, nu nog enkel sporadisch bewaard (zie verder). Nummer 53, een laag winkelhuis uit de 19de eeuw, werd in 1983 gesloopt voor de aanleg van een kleine parking ter hoogte van de voetwegel naar de Koestraat. In feite was dit in de lijn van na de Tweede Wereldoorlog niet heropgebouwde hoekpanden bij de Boomgaard- en de Sint-Annastraat met huidige parkeerplaatsjes.
De basisbebouwing bestaat uit breedhuizen met variërende gevelbreedte en één à drie bouwlagen onder pannen zadeldaken, uit de tweede helft van de 18de eeuw, maar voornamelijk uit de 19de en 20ste eeuw.
Typische kozijnconstructies voor ramen en deuren - onder meer aaneenschakeling in verschillend ritme (zie nummer 81, 83, 85) - worden nog courant aangetroffen bij de bewaarde bebouwing uit het laatste kwart van de 18de eeuw en de 19de eeuw met een sobere bakstenen lijstgevel, vaak witbeschilderd (onder meer nummer 36, 37, 69, 71, 80, 94, 112, 126, 134, 140, 162, 192, 250....) Nummer 89 en 90 hebben een typisch beraapt 19de-eeuws gevelparement. Bij nummer 89 staat deze bovendien voor een oude kern van 1754, te zien aan het jaartal van lichtere bakstenen opgenomen in het metselverband van de rechter zijgevel.
Eenvoudige architectuur uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, onder meer enkele eenheidsbebouwingen (zie nummer 84-86, 104 (gewijzigde begane grond)-106), voorzien van faiencetegeltableaus met art-nouveau-getinte bloemmotieven, ook aanwezig bij nummer 176. De uitzondering wordt gevormd door het eclectisch burgerhuis nummer 46, gedateerd 1910, met typerende afgeschuinde hoektravee en houten erker op de bovenverdieping. Nummer 23 uit de jaren 1920 en eveneens in eclectische stijl, heeft echter dominerende stijlelementen ontleend aan de gotiek en de regionale renaissancestijl.
19de-eeuwse puien van voormalige buurtwinkeltjes of herbergen, doorgaans bestaande uit een tweeledige kozijnconstructie met een deur gekoppeld aan een venster; meer uitgewerkt bij nummer 73, de voormalige herberg 'Het haasje', door middel van een houten omlijsting met neoclassicistische inslag en typerende grote roedeverdeling. Soortgelijke kenmerken voor de houten winkelpui van nummer 69 en het uitstalraam van nummer 94. Bewaarde paardenkop als uithangbord voor de herberg 'Hof van Commerce', die verder een vernieuwd bakstenen gevelparement heeft (nummer 55).
Licht modernistisch getinte bebouwing uit de jaren 1930, zie onder meer nummer 1 naar verluidt naar ontwerp van architect O. Carpentier uit Poperinge, en nummer 92, 182 en 45, een schoenenwinkel met rode laars als uithangbord.