Tussen de Gasthuisstraat en het Vroonhof. Vrij smalle verbindingsstraat met een licht gebogen tracé, vroeger het 'Paepestraetjen' genoemd, ontstaan in de loop van de 13de-15de eeuw in het kader van de toenmalige economische groei. Het noordelijke straatuiteinde tussen de Vlamingstraat en het Vroonhof behoorde tot in 1784 bij het Sint-Bertinuskerkhof, en werd vanaf circa 1800 bebouwd.
De straat heeft een sociaal gevarieerde woonfunctie en ook enkele handelspanden. De basisbebouwing bestaat uit breedhuizen van één à drie bouwlagen onder zadeldaken, uit de 19de en de eerste helft van de 20ste eeuw. Nummer 9 heeft een oude 18de-eeuwse kern, te zien aan het rechter aandak en de scherpe dakhelling. In de loop van het tweede kwart van de 20ste eeuw kreeg het pand echter een vernieuwd bakstenen gevelparement met neoclassicistische inslag.
Sobere bakstenen lijstgevels uit de 19de eeuw, soms beschilderd en uitzonderlijk beraapt, zoals nummer 4. Typerende houten kozijnconstructies voor ramen en deuren zijn bewaard bij nummer 7, 15, 27 en 42. Nummer 25 heeft strekse lateien van lichtere bakstenen.
Eenvoudige doorsnee-architectuur uit de eerste helft van de 20ste eeuw. Neoclassicistische inslag bij de eenheidsbebouwing nummer 11-13, en de dekenij nummer 18; anderzijds, nummer 41-43 met neogotisch geïnspireerde trapgevel boven een gewijzigde begane grond, en nummer 37 met inslag van de art-decostijl. Nummer 12 heeft een gevelparement van blauwe en bruine geglazuurde tegels.
Vernieuwde bakstenen gevelparementen bij nummer 3, 8, 16, 30 en 35. Nieuwe bouw van twee à drie bouwlagen is te vinden op nummer 1, 20, 22 en 26.