Britse schilderingen op de voorgevels van woningen Provenplein 4, 11, 12, 13, 15, 17, 18, 19 en de Obterrestraat 27, 43, 56.

Min of meer goed bewaarde opschriften bestaande uit een cijfer en dan 'HORSE', ‘HOUSES’ (vermoedelijk), 'NCO', 'OFFRS', 'OFF', 'OFFR' en/of 'MEN', in witte verf geschilderd naast de voordeuren van de woningen Provenpleinstraat 4, 11, 12, 13, 15, 17, 18, 19 en de Obterrestraat 27, 43, 56. Deze grafische restanten wijzen op inkwartieringen in Proven, meer bepaald het aantal officieren, ‘non-commissioned officers’ (lagere officieren), mannen of paarden konden ondergebracht worden in het betreffende huis of gebouw.

In Proven zaten tot mei 1915 alleen maar Fransen, daarna werd het dorp bezet door Britten, Belgen en Fransen in het Noorden, op weg naar Roesbrugge. Gedurende het grootste deel van de oorlog werd het dorp dan ook weinig of niet beschoten. Dat maakte dat het aantal rustkampen en opslagplaatsen hier erg hoog was.

De aan- en afvoer naar het front verliep hier via een dubbele spoorlijn op een hoge bedding. Het station bevond zich net achter het kerkplein. De lijn kruiste even buiten het dorp de weg naar Roesbrugge, om dan via Mendinghem naar Haringe en Bandaghem te voeren. Een wijdvertakt net van smalsporen links van het dorp zorgde voor de distributie over de verschillende dumps (depots) en kampen.

Omdat het er relatief veilig was, werden veel troepen in Proven ook in het dorp zelf ingekwartierd. Logies werden opgevorderd bij de burgers. Betaling en vergoeding voor de eventueel geleden schade, lieten vervolgens lang op zich wachten (acht maanden tot een jaar) maar waren meestal billijk. De 'billeting officer' was belast met het opsporen en aanduiden van deze logementen. Hij trok dan langs de huizen en boerderijen, ging praten met de eigenaars en duidde met witte verfkwast aan hoeveel en welke troepen in een woning konden verblijven.

Deze werkwijze gebeurde in alle woonkernen in de omgeving. In Proven zijn de unieke sporen ervan bewaard.

• CHIELENS P. s.d.: De POP.Route. Fietsen achter het front, Poperinge.

Geasfalteerde dorpsstraat die deel uitmaakt van de steenweg Ieper-Duinkerke, aangelegd in de 17de eeuw door Lodewijk XIV. In- en uitspringende rooilijn, pleinvormend ter hoogte van nummer 38. Aan weerszijden is de straat afgezet door sobere 19de-eeuwse architectuur: burger- en arbeiderswoningen van één à twee bouwlagen onder pannen zadeldaken, behalve nummer 31 onder mansardedak met houten dakkapellen, gedateerd 1906 door middel van een jaarsteen. Het gemeentehuis bevindt zich op nummer 1. Voorts, voormalige herbergen, onder meer nummer 32 'In de fonteine herberg', te zien aan het opschrift van de beschilderde puilijst; nummer 43 'De crone' met achterliggende voormalige brouwerijgebouwen, zichtbaar aan de ronde schouw; heden vervangen door nieuwe bouw. Nummer 41 is een voormalige brouwerij, te zien aan het opschrift in het deurbovenlicht 'Brouwerij Verfaillie'. Nummer 40 heeft een getypeerde aflijnende tandlijst, hoekbanden en pseudo-lekdrempels op consoles. Nummers 41 en 43 hebben een witbeschilderde en bepleisterde kroonlijst. Nummer 43 heeft ook bepleisterde leeuwenkoppen links en rechts op de borstwering, en een linker zijgevel met muurvlechtingen. Bewaarde kozijnconstructies bij nummer 10, 11, 23, 32, 36, 39 met gedichte kelderopening, nummer 41, 55 en 68, voorzien van rolluikkasten.