Doodlopende weg, die echter ter hoogte van nummer 8 overgaat in een veldweg naar de voormalige herberg 'Reepken' (Pezelhoekstraat nummer 3-4) bij de gelijknamige plaats aan de Poperingevaart (Vleterbeek) waar een overtoom lag vanaf de tweede helft van de 14de eeuw tot de 17de eeuw. Straat- én veldwegtracé gaan terug op het voormalige jaagpad naast de circa 1900 gedempte 'Hooge Vaart' (zie Komstraat). De recente straatnaam verwijst naar deze waterweg, die destijds van lokaal economisch belang was (zie stadsinleiding). Op de Vander Maelenkaart (1840-1845) zijn nog kunstmatig aangelegde sleuven aangeduid tussen de Poperingevaart en de 'Hooge Vaart'. Deze dienden enerzijds als waterspaarbekkens, anderzijds voor industriële doeleinden zoals leerlooierijen en blekerijen. In laatstgenoemd kader kwam een verzoek in 1749 van Martinus Billiau, koopman en bleker van Sint-Jans Cappel (Frankrijk), om de weide te mogen pachten "langst den Schipvaert by den Schorsemeulen proprieteit van d'Abdie van St.-Bertinus tot St.-Omer, voor den tydt van 90 jaeren". Hij wou een gebouw oprichten, de huidige 'Schipvaarthoeve' (nummer 8), en de weide gebruiken voor "eene bleeckerie van lynwaet, gaerne, enz..."
TILLIE W. 1986: De Poperingevaart, Aan de Schreve XVI.1.
Bron: DELEPIERE A.-M. & HUYS M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie West-Vlaanderen, Arrondissement Ieper, Kanton Poperinge, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 11n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Delepiere, Anne Marie; Huys, Martine Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)