Dorpscentrum gedomineerd door de Sint-Margaretakerk met het dorpsplein ten zuiden, de pastorie (nummer 5) ten westen en de kloosterschool (nummer 7) ten noorden.

Gekasseid, rechthoekig dorpsplein ten zuiden van de kerk; voorts bebouwd aan de west- en oostzijde. Grosso modo dezelfde pleinconfiguratie als voor de Eerste Wereldoorlog, doch nu met rechtere rooilijnen en meer uniforme bebouwing blijkbaar naar eenheidsconcept. Lage burgerhuizen en herberg (nummer 10) onder onderbroken zadeldaken (nok parallel aan de straat, mechanische pannen), echter ook aansluitend gemeentehuis (nummer 13) en gemeentelijke feestzaal als "nieuwe" elementen in de naoorlogse dorpsbebouwing. Doorsnee-wederopbouwarchitectuur met neogotische inslag, zie risalietvormende trapgevels met Brugse travee (nummer 10, 13), ritmerende dakvensters met trap- of tuitgevel voorzien van muurvlechtingen, gekanteelde borstweringen en zijtrap- of zijtuitgevel van de hoekhuizen. Behalve bij nummer 12, 16 met aangepaste vensters en nummer 9, 11, 14 met vernieuwd gevelparement bleven verder de oorspronkelijke muuropeningen grosso modo bewaard.