Plein waarop van oudsher vier straten uitkomen met name de Burgstraat ten noorden, Hoogstraat ten oosten, Blinde Ezelstraat ten zuiden en Breidelstraat ten westen. Huidige benaming afgeleid van de Latijnse benaming "burgus", burcht, zie ommuurd uitzicht van het plein circa de 10de eeuw. Huidig uitzicht als resultaat van een opeenvolgend bouwen, verbouwen en andere ingrepen enerzijds vervlochten met de lokale geschiedenis waarin de Burg een hoofdrol speelt en anderzijds met de evoluerende stijlarchitectuur.
Ontstaan aan het knooppunt van de weg van Oudenburg naar Aardenburg, en de verbindingsrei tussen de Groene- en de Kraanrei. Aanvankelijk smalle zandrug ten noorden begrensd door een moerassig gebied (ter hoogte van de voormalige Sint-Donaaskerk). Oudste bewoningssporen uit het vierde kwart van de 9de eeuw tot de 10de eeuw, volgens archeologisch onderzoek van 1978, en geleidelijke vorming van de prestedelijke kern.
Circa 950, tijdens de regering van Arnulf I (+ 965), uitvoeren van nivelleringswerken ten noorden van de zandrug in functie van de bouw van de Karolingische Sint-Donaaskerk en het iets latere kapittelklooster.
In de loop van de 10de eeuw: oprichting van veldstenen burchtmuur rondom grafelijke residentie en mogelijk ook de Sint-Donaaskerk, zie teruggevonden muurresten in de kelders van het Burghotel (Burg nummer 10) en Burg nummer 8, ter hoogte van de Breidel- en Blinde Ezelstraat en ter hoogte van de winkelgalerij Burg nummer 15 en de Sint-Basiliuskapel.
Circa 1050: bouw van het zogenaamde "Steen", de oorspronkelijke grafelijke residentie, in het westen van de huidige Burg.
Derde tot vierde kwart van de 11de eeuw: vermoedelijk ontstaan van een tweede grafelijke verblijfplaats zogenaamd de "Love" aan de oostzijde van het Burgplein.
1127: moord op graaf Karel de Goede in de Sint-Donaaskerk geeft aanleiding tot het opwerpen van de eerste stadsomwalling.
1134: bouw van de Romaanse dubbele kapel als grafelijke kapel in de zuidwestelijke Burghoek naast het "Steen".
1184: verwoestende brand van de Sint-Donaaskerk en nog in de loop van dezelfde eeuw bouw van een nieuwe, Romaanse kerk. Vanaf de 14de eeuw wordt deze van west naar oost omgevormd tot gotische kerk: schip (1331-1361), toren (1396-1414).
1376-1421: oprichting van het Stadhuis. 1434-1440: verhuizing van het bestuur van de kasselrij van het Brugse Vrije van een gebouw in de nabijheid van het "Steen", naar een aanbouw ten zuiden van de "Love".
1508: aanvang van de uitbreidingen van de "Love" in zuidelijke richting, zijnde naar de Reie toe.
1529-1533: bouw van een laatgotisch trappenhuis als toegang naar de bovenkapel van de Heilige Bloedkapel en van de Criminele Griffie.
1534-1537: oprichting van de Burgerlijke Griffie in de zuidoostelijke Burghoek. 1555: het kasselrijbestuur neemt de eigenlijke "Love" in. 1559: Brugge wordt zetel van het nieuwe bisdom met de Sint-Donaaskerk als kathedraal.
1641: A. Sanderus geeft een zicht op de Burg vanuit het noorden. 1662-1665: bouw van de Proosdij, grosso modo aanleunend tegen de Sint-Donaaskathedraal.
1726: bouw van de classicistische vleugel van het Landhuis van het Brugse Vrije.
1785: na jarenlang verval, afbraak van het "Steen" en de aanleunende houten huizen.
1792: verwoesting van de gevelbeelden van het Stadhuis en de Burgelijke Griffie naar aanleiding van de onlusten door de Franse Revolutie.
1799-1800: afbraak en openbare verkoop van de Sint-Donaaskerk. Circa 1807: de Stad verwerft opnieuw de gronden van de Sint-Donaaskerk en begint met de aanleg van een straat onder meer door verbreding van zogenaamd "'t Gat van Sint-Donaas", de huidige Burgstraat, zie 19de-eeuwse panden; op het plein zelf is de straat visueel doorgetrokken door twee bomenrijen platanen, kastanjebomen en linden. Tevens bouw van de prefectuur, later ambtswoning van de Gouverneur.
1830 (?): ter hoogte van het voormalige "Steen" wordt een woning met laatclassicistische gevel opgetrokken (huidig nummer 15), in aansluiting met het soortgelijke hoekpand.
1832-1837: heropbouw van het trappenhuis van de Heilige-Bloedkapel en de Criminele Griffie. Op de hoek van de Burg met de Hoogstraat wordt in plaats van de tuin van Hoogstraat nr. 3, de eerste privé-woning opgetrokken (huidig nummer 10), een laatclassicistisch pand vermoedelijk naar ontwerp van architect J.B. Rudd (Brugge). In de loop van de 19de eeuw tot het eerste en tweede kwart van de 20ste eeuw: de Franse Revolutie en algemeen verval zijn aanzet tot restauratiewerken aan de verschillende gebouwen, zowel aan het interieur als aan het exterieur, voornamelijk naar ontwerp van stadsarchitect L. Delacenserie (Brugge).
1870-1872: bouw van een neoclassicistische vleugel naar ontwerp van architect P. Buyck (Brugge) voor de administratie van de provincie, ten noorden palend aan de ambtswoning van de Gouverneur.
1904: de tuinen van de panden aan de Malleberg in de noordelijke Burghoek, worden bebouwd door huizen (nummer 8) of afhankelijkheden (nummer 9) in neo-Brugse stijl onder meer naar ontwerp van architect J. de Bisscop (Brugge) (nummer 8).
1924: het noorden van het Burgplein wordt verrijkt met een beeld van Jan van Eyck naar ontwerp van J.R. de Calloigne (Brugge).
1931: afbraak van de laatclassicistische eenheidsbebouwing (nummer 16-17) op de hoek Breidelstraat en bouw van een neo-Brugs hoekpand naar ontwerp van architect F. Koentges (Brugge) met beeld van de heilige Leonard van Noblac - heilige van de gevangenen als verwijzing naar het voormalige Steen - van beeldhouwer P. Hinderyckx (Brugge).
1955: oprichting van de op neoclassicisme geïnspireerde baksteenbouw (nummer 15) naar ontwerp van architecten M. Vermeersch en A. Coigne (Brugge) in plaats van de empiregevel afgebroken en vervangen door neoclassistische. Opgravingen van de Sint-Donaaskerk als paltskapel zie muur met maquette van de kerk door beeldhouwer M. Poppe en verklarende opschriften "Hier stond de burchtkerk der graven van Vlaanderen, gebouwd omstreeks 900" en "Hier viel voor recht en vrede Graaf Karel de Goede". Weergave in de bestrating van de teruggevonden plattegrond van de centraalbouwkerk in patronen van dolomietsteen.
1963: na afbraak van de classicistische vleugel van de administratie van de provincie, nieuwbouw naar ontwerp van architect A. Degeyter (Brugge). Tevens afbraak van de zogenaamd "culina", een Romaanse toren van het pand van Sint-Donaas in de noordwestelijke Burghoek.
Vanaf de jaren 1970: Tweede restauratiegolf onder meer naar ontwerp van architecten L. Viérin, L. Dugardyn en V. Desmet (Brugge).
1977: winkelgalerij met doorsteek naar de Wollestraat, zogenaamd "Ter Steeghere" naar ontwerp van architect L. Vermeersch (Brugge); "invularchitectuur" vervangt baksteenbouw van 1955 (nummer 15).
1978: verkeersvrij maken van het plein. 1984: het gerechtshof verhuist naar stadsrand. 1987-1988: afbraak van de neo-Brugse en laatclassicistische hoekpanden Hoogstraat/ Burg voor het bouwen van het zogenaamd Burghotel (1991) leidt tot de ontdekking van resten van het Romaanse koor van de Sint-Donaaskerk, de oostelijke muur van het kapittelklooster, meer bepaald van het dormitorium, en de burchtmuur, zichtbaar op de kelderverdieming van het hotel.
1990: naar aanleiding van heraanleg van het plein, onder meer plaatsen van het beeld "De Verliefden" van S. Depuydt en L. Canestraro (Snellegem) ter vervanging van het beeld van Jan van Eyck; tevens voorzien van parkeerplaatsen, banken en stoeppalen met kettingen.
1997-1998: tracé van de 10de- of 11de-eeuwse burchtmuur verder blootgelegd bij restauratie- en rioleringswerken in het huis nummer 8 en in de Breidelstraat.
Heden open plein met onregelmatig grondplan, in het noorden overschaduwd door enkele grote linden, paardekastanjes en platanen, en in het zuiden gekasseid; opvallende tweeledige structuur in de pleinaanleg is historisch gegroeid. Tijdens ancien regime beslaat het plein een kleinere oppervlakte: ten noorden afgezoomd door de gotische Sint-Donaaskerk en ten westen, tot de sloop in 1785, afgebakend door het "Steen" waartegen houten woningen aanleunden, de Criminele Griffie en het trappenhuis van de Heilige-Bloedkapel - enkele meters vóór de huidige rooilijn - zijn geplaatst; de oostelijke pleinwand wordt gedomineerd door de gotische panden die samen het Landhuis van het Brugse Vrije vormen, in 1726 vervangen door het huidige classicistisch complex; de zuidelijke gevelrij blijft vanaf de eerste helft van de 16de eeuw doorgaans onveranderd.
Het huidige uitzicht van de Burg is dus tot stand gekomen na de Franse Revolutie zijnde na de afbraak van de Sint-Donaaskerk en annexen, en de aanleg van de vrijgekomen grond als plein. Noordelijke pleinzijde in het westen gedomineerd door de moderne vleugel van de administratie van de provincie; tevens eenvoudige, laatclassicistische gevels en typerend voorkomen van panden met neobarokke inslag (ten noorden); nieuwbouw zijnde het hotelcomplex met postmodernistische inslag (ten oosten). Zuidelijk deel van de Burg bepaald door een variatie aan stijlen: van de sobere gevel van de Heilige-Bloedkapel, over het gotische Stadhuis, de renaissancegetinte Burgerlijke Griffie, barokke Proosdij, classicistisch complex van het voormalige Landhuis van het Brugse Vrije tot de neo-Brugsgetinte baksteenbouw en de voor de jaren 1970 typerende invularchitectuur.
De functie van het plein tijdens het ancien regime is drievoudig, met name religieus - door de aanwezigheid van de Heilige-Bloedkapel en Sint-Donaaskathedraal met bijhorend kapittel, Proosdij en bisschoppelijke residentie -, rechterlijk - Criminele en Burgerlijke Griffie - en administratief - het stads- en kasselrijbestuur. Voornaamste verschuiving na de Franse Revolutie op religieus niveau door het slopen van de Sint-Donaaskathedraal en -klooster, en op bestuursniveau door het wegvallen van het kasselrijbestuur - vanaf nu locatie van het gerechtshof -, Proosdij en voormalige bisschoppelijke residentie worden ingenomen door de gouverneur. In de loop van de 19de eeuw, evolutie van het plein tot belangrijke toeristische trekpleister. Vandaag fungeren de gebouwen op de Burg, sinds het vertrek van het gerechtshof in 1984, voornamelijk als administratieve diensten van de stad en de provincie; voorts in mindere mate ook woon- en horecafunctie.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout.
Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Is deel van
Markt en Burg
Omvat
Proosdij van de kerkelijke heerlijkheid van Sint-Donaas
Omvat
Sint-Basiliuskapel en basiliek van het Heilig Bloed, en Criminele Griffie
Omvat
Sint-Donaaskerk
Omvat
Stadhuis van Brugge
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Burg [online], https://id.erfgoed.net/themas/4231 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.