Van Markt naar Oude Burg. Naamgeving naar de aan de oostzijde gelegen Hal, waarvan de zijgevel een volledige straatwand inneemt (zie Markt nummer 7). Locatie sinds 1349 van het wachthuis van de schadebeletters - een soort stedelijke geüniformeerde politie - in nummer 2. Ter hoogte van nummer 3, Refugehuis van Sint-Martinus van Doornik met vermoedelijk bijhorende tuin zie Marcus Gerards (1562).
Korte gekasseide verkeersvrije verbindingsstraat, heden met commerciële functie. Weinig oorspronkelijke gevelopstanden onder meer ten gevolge van verbouwingen in de loop van het vierde kwart van de 18de eeuw tot het eerste kwart van de 19de eeuw en nieuwbouw geïnspireerd op vroegere gevels.
Bebouwing opklimmend tot de late Middeleeuwen. Voornamelijk diephuizen van twee à vier traveeën en twee bouwlagen onder zadeldak met al dan niet beschilderd parement van baksteen. Nummer 2 met 18de-eeuws uitzicht, doch vermoedelijk oudere kern zie kelderopening, steekbogige muuropeningen op de bovenverdieping en in top, opgenomen in vlakke omlijsting boven geprofileerde lijst. Nummer 3 samenstel van drie trapgevels, thans deel uitmakend van winkelpand, opgetrokken in neo-Brugse stijl in de loop van de jaren 1960 in plaats van respectievelijk lijstgevel van vier bouwlagen, en 16de tot 17de-eeuwse gevels. Naar het einde van straat toe nieuwbouw onder meer hotel met bijhorende binnenpleintje.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 116-117.
- RYCKAERT M., Historische stedenatlas van België. Brugge, Tielt, 1991, p. 161.