Van Simon Stevinplein naar Katelijnestraat. Sinds het eerste kwart van de 14de eeuw genoemd naar de nabije én beeldbepalende Onze-Lieve-kerk. Vanaf circa 1850 wordt noordelijke straatzijde gedomineerd door de schoolvleugels van het Sint-Franciscus Xaveriusinstituut; heden tevens commerciële functie. Nagenoeg rechte straat met kromming ter hoogte van de Onze-Lieve-Vrouwkerk, waardoor de straat in het zuiden visueel wordt afgesloten. Tegenover de kerk en in het verlengde van de Heilige Geeststraat, ligt het Sint-Janshospitaal (13de eeuw).
Gevarieerde bebouwing waarvan oudste kern opklimt tot de 17de eeuw. Voornamelijk diephuizen van twee à vier traveeën en twee à drie bouwlagen. Enerzijds trapgevels die in de loop van de 20ste eeuw als "Kunstige Herstelling" gereconstrueerd zijn ofwel volledig, ofwel na sloop van de voorgevel; nummer 1 met oudere kern doch volgens cartouche-opschrift herbouwd in 1926 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge) en met drieledige houten pui van 1933; nummers 2-4/ Sint-Salvatorskoorstraat, resultaat van historiserende "Kunstige Herstelling" van 1938-1939 naar ontwerp van architect M. Vermeersch (Brugge), op de hoek beeldnis van Onze-Lieve-Vrouw van de Vrede van M. Poppe; nummer 36/ Heilige Geeststraat historiserende "Kunstige Herstelling" van 1947 naar ontwerp van architect G. Van Houtryve (Brugge) waarbij ook het aanpalende diephuis met tuitgevel is opgenomen. Anderzijds (verankerde) bepleisterde en beschilderde lijstgevels als verbouwingen van diephuizen met trap- of tuitgevel zie afgewolfde zadeldaken van nummers 13, 15, 16, 22, 24; nummers 13-15 van 1835 met typerende kroonlijst op tandmotief; nummer 16 van 1803 met laatclassicistische gevel onder meer met halfronde vensters op doorlopende onderdorpels op bovenverdieping; nummer 22 met blauwbeschilderde houten pui van 1905 in neo-Lodewijk XVI-stijl met kroonlijst op modillons.
Nummer 14 met grosso modo 18de-eeuws uitzicht onder meer omlijste, getoogde vensters op de tweede bouwlaag, mezzanino met blinde vensters in de linker en rechter zijtravee, toegevoegd in de loop van de 19de eeuw.
Voorts breedhuizen met bakstenen, al dan niet bepleisterde lijstgevels van drie à vijf traveeën Nummers 6, 8 opgetrokken in 1847 als één pand doch nummer 6 herbouwd in baksteen in 1964 naar ontwerp van architect C. Creytens (Brugge). Nummer 12 op L-vormige plattegrond met laatclassicistische, bepleisterde en witbeschilderde lijstgevel van 1842 en uithangbord van J. Boudens van 1980. Nummer 32 uit het eerste kwart van de 19de eeuw met onderbouw van imitatiegraniet op arduinen plint. Nummer 34 met huidig uitzicht van 1859.
Nieuwbouw: nummer 20 van 1971 naar ontwerp van architect N. Bullynck (Brugge).
- Dienst Monumentenzorg en Stadsvernieuwing Brugge, Nota, 1938.
- Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 83/1842, nummer 80/1859, nummer 83/1905, nummer 17/1926, nummer 15/1933, nummer 799/1938, nummer 251/1964, nummer 125/1971.
- DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 212-213.
- GEVAERT H., Bruggen in de Brugse binnenstad, Brugge, Gidsenbond, 1998, p. 30.