Rechthoekig pleintje tussen Genthof en Oosterlingenplein, tot stand gekomen in 1458 en Oosterlingenplein genoemd naar het nabijgelegen Oosterlingenhuis. In de 16de eeuw zogenaamd "Coolplaetse" naar de markt in houtskool. Vanaf 1871 zogenaamd "Hans Memlincplaats" naar het witmarmeren standbeeld van Hans Memling van H. Pickery (Brugge). Huidige benaming herinnert aan de woensdagmarkt. Woon-, administratieve- en caritatieve functie. Gekasseid rechthoekig plein beschaduwd door grote lindebomen; parking.
Stadsdeel aangelegd rond 1200 als een rechtstreeks gevolg van de toenemende belangrijkheid van de hier vlakbij gelegen haven. Bebouwing opklimmend tot 1200-1350 zie nummer 10 vormde oorspronkelijk een kerndomein. Noordelijke gevelwand ingenomen door de gebouwen van het voormalige zwartzusterklooster. Aan westzijde, twee bepleisterde lijstgevels met rechthoekige muuropeningen, nummer 3 van 1835 en nummer 4 van 1839 doch herbouwd in 1997-1998, voorts nummer 2 en hoekpand/Genthof nieuwbouw uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. Rechts ertegenover zogenaamd "Oorloge Mansschip" of "Hooghmans Huijs", l. ervan nummer 9 van vermoedelijk 1847 met poortje geïnspireerd op nummer 10 en nummer 8 nieuwbouw.
Stadsarchief Brugge, Bouwvergunningen, nummer 70/1835, nummer 68/1839, nummer 46/1847.
DEVLIEGHER L. 1975: De huizen van Brugge, Kunstpatrimonium van West-Vlaanderen 2-3, Tielt, 446-448.
Bron: GILTÉ S. & VANWALLEGHEM A. 1999: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Stad Brugge, Oudste kern, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 18nA, Brussel - Turnhout. Auteurs: Gilté, Stefanie; Vanwalleghem, Aagje Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)