Grosso modo U-vormige straat, gelegen in het noorden van de gemeente, in het landelijk gebied dat deel uitmaakt van het Mechels Broek, waarvan een kleine 150 ha werden beschermd als natuurgebied. Nadat in de 11de-12de eeuw de Dijle een eerste maal was ingedijkt, kon men in de 13de eeuw starten met de ontginning van het Broek, en dit vanuit het "Hof van Swyveghem", vermoedelijk ontstaan uit een oude Frankische nederzetting aan de overzijde van de Dijle (op de omgrachting na volledig verdwenen, Sint-Lambertuslaan 124) en vanuit het "Muysenhuys", modo "Ter Donck" (zie Bonheidensteenweg 25). Schaars bebouwde, geasfalteerde straat, vertrekkend van bij de Dijlebrug en uitgevend op de Bonheidensteenweg. De eerste Dijlebrug, volledig van hout, zou gelegd zijn in 1350; vervangen door een ophaalbrug in 1893; huidige brug van 1968.
Verspreide resten van hoeven, voornamelijk uit de 19de en 20ste eeuw. Bij het begin van de straat rechts: zes gegroefde Dorische zuilen van arduin, drie aan weerszijden van de eikendreef, die naar verluidt werd aangelegd in 1863 en die toegang verleent tot het Muysenhuys (Bonheidensteenweg 25); ze zouden afkomstig zijn van de in de tweede helft van de 19de eeuw gesloopte kommiezenhuisjes (begin 19de eeuw) van Mechelen.
- SMEKENS R. en SCHROONS F., Muizen in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1982, nummers 31-36.