Aan beide uiteinden van de straat, op de thans gedempte Schelde-armen, zogenaamde Burgschelde en Grachtschelde, bevonden zich vroeger molens, namelijk de Tweemolen en de Grachtmolen. Beide werden opgericht door de baron van Pamele nog voor de 13de eeuw (afgebeeld in Le Veil Rentier, circa 1275) en werden verkocht in 1803. Van de Tweemolen blijven nog zichtbare sporen bewaard in nummer 2 (zie aldaar); de Grachtmolen verdween volledig in 1960.
Tussen 1616 en 1631 kwam de gehele Noordzijde van de straat (onder meer huizen "De Ballepijpe", "De Kroon", "De Rebbe", "De Appel", "Het Hoefijzer" en "De Blauwhandt") in handen van de Jezuïeten, die op de hoek met de Grachtschelde hun eerste vestiging hadden. De eerste klassen van het jezuïetencollege waren ondergebracht in de huizen "De Kroon" en "De Rebbe". Na de overbrenging van het college naar het latere Jezuïetenplein werden de huizen in Krekelput verhuurd. In de jaren na de opheffing van de jezuïetenorde in 1773 werden de huizen verkocht. Het huidige straatbeeld wordt voornamelijk bepaald door 20ste-eeuwse gebouwen, opgetrokken na de vernielingen van de Eerste en tweede Wereldoorlog.
VANDEPUTTE J.L.Th., De molens van het arrondissement Oudenaarde, uit hun geschiedenis, Oudenaarde, 1974, p. 257-264.
Bron: BOGAERT C., LANCLUS K., TACK A. & VERBEECK M. 1996: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Oudenaarde, Stad Oudenaarde met fusiegemeenten, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 15n1, Brussel - Turnhout. Auteurs: Bogaert, Chris; Lanclus, Kathleen; Verbeeck, Mieke; Tack, Anja Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)