De gevelwanden worden gemarkeerd door een groot aantal monumentale gebouwen, namelijk de rijkswachtkazerne, het Sint-Jozefscollege, de provinciale kraaminrichting, het Koninklijk Atheneum, de provinciale vroedvrouwenschool, het clarissenklooster, en, voor de aanleg van de Kunstlaan, de thans verdwenen gemeenteschool.

Voorts, op enkele alleenstaande herenhuizen na, reeksen gelijkaardige burgerhuizen: neoclassicistisch getinte enkele breedhuizen (nummers 22, 24 en 26) respectievelijk drie, drie en zeven traveeën en drie bouwlagen onder zadeldaken (mechanische pannen), uit de tweede helft van de 19de eeuw, met gecementeerde (numemr 26 ook beschilderde) lijstgevels met rechthoekige muuropeningen, de vensters in geriemde omlijstingen van stuc met sluitstenen (nummers 22 en 24) en balkons met ijzeren hek (dito); enkelhuizen met late art-nouveau-inslag (nummers 44 en 46) uit het eerste kwart van de 20ste eeuw, onder meer het huis "De Engelkes" (numemr 34), twee traveeën en twee bouwlagen onder gebogen zadeldak (kunstleien) met dakkapellen, voorzien van een gecementeerde lijstgevel versierd met sgraffito-panelen; tenslotte twee reeksen (nummers 45, 47, 49 en nr. 98, 100, 102, 104) enkelhuizen in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, uit het begin van de 20ste eeuw, twee traveeën en twee tot drie bouwlagen onder zadel- en mansardedaken; nummers 98, 102 en 104 zijn voorzien van houten windborden aan de puntvormige gevelverhogingen boven de eerste of de laatste travee. Een opmerkelijk element vormen de twee neoclassicistische getinte burgerhuizen, nummers 29 en 31, respectievelijk drie en twee traveeën en twee en een halve bouwlaag onder zadeldaken, die voorzien zijn van een voortuintje, afgesloten door een laag muurtje met ijzeren hek