Stemmige, smalle straat met kronkelend verloop en oorspronkelijke bestrating van kasseien. Kenmerkend is het ontbreken van de woonfunctie. Het eerste gedeelte helt af van de Diesterstraat naar de kruising met Stenaartberg toe, waar een verwijding der straatbreedte een klein plein doet ontstaan, het voormalige "Colvenierenraem", oefenplaats der colveniers. Dit eerste gedeelte wordt gekenmerkt door de omvangrijke gebouwen, die de straatwanden vormen: ten zuidoosten de abdijgebouwen (zie Diesterstraat), ten noordwesten het voormalig Hospitaal voor Vrouwen, met voortuin, ommuring en fraaie boom, met links ervan de hoeve. Op de hoek van de Sint-Trudostraat een bij het vorig gebouw aansluitende school.
Het gedeelte tussen Stenaartberg en de Hoge Veser is breder; links, recente bebouwing, achteruit gelegen ten opzichte van de straat, rechts, de muur van het redemptoristenklooster en het voormalig Hospitaal voor Mannen. In dit gedeelte was het grauwzusterklooster gelegen waarvan slechts één vleugel rest, thans behorend tot het Sint-Annaziekenhuis (zie C. Cartuyvelsstraat, capucijnenklooster). Deze orde vestigt zich circa 1512 in de stad; het klooster wordt in 1798 opgeheven. De straat liep vroeger uit op het "Vissengaet" (eerste vermelding in 1459), waar de Cicindria de stad verlaat, en dat een sluizensysteem bevatte, verdedigd door een vesting, de "Waterpoerte" of "Sint-Janspoerte" .
Bron: SCHLUSMANS F. met medewerking van GYSELINCK J., LINTERS A., WISSELS R., BUYLE M. & DE GRAEVE M.-C. 1981: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Limburg, Arrondissement Hasselt, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 6n2 (He-Z), Brussel - Gent. Auteurs: Schlusmans, Frieda Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)