De straat vormt een gedeelte van de oostwest-as, die doorheen de gemeente loopt, evenwijdig met de Voer, en die de belangrijkste concentratie van bebouwing kent. De Voer stroomt aan de noordzijde van de straat; de aan deze zijde gelegen huizen zijn door bruggen met de straat verbonden. Oorspronkelijk kronkelde de Voer tussen de twee huizenrijen, waarbij de natuurlijke bedding als weg door de voertuigen werd gebruikt.
In 1870 werd hij aan de noordzijde rechtgetrokken en in een kunstmatige bedding gelegd; de zuidzijde werd opgehoogd en omgevormd tot straat; de huidige betonnen bedding dateert van de jaren 1930.
Oorspronkelijk waren er vijf stenen bruggen over de Voer, voorzien van zitbanken aan beide zijden; zij bevonden zich ter hoogte van de Kosterstraat (afgebroken 1884), van de Jolettestraat (afgebroken 1870), aan het Jezuïetenhof (confer Plein, afgebroken 1902), vóór het gemeentehuis (afgebroken 1840) en aan de Dries.
Het straatbeeld wordt gemarkeerd door het volume van de kapel van het voormalig klooster en pensionaat der ursulinen.
- NIJSSEN J., Manuscript Voerense percelen.
- WAELBERS C., 's Gravenvoeren. Wegen-paden-plaatsnamen-gehuchten-huizen-kruisen-bomen (Heem, 3, 1959, 11-14).
- WAELBERS C., De Voer (Heem, 3, 1959, 1, pagina 7-12).