Centrale oost-west-weg, van de grens met Gistel aan de Waerebrug tot het kruispunt aan de parochiekerk, waar de Brugsesteenweg begint. Gedeelte van de steenweg tussen Nieuwpoort en Brugge, via Gistel, aangelegd door de Oostenrijkers in 1755, gedeeltelijk langs het tracé van de Oude Bruggeweg, die reeds in de Romeinse tijd de verschillende dorpen verbond. Langs dit gedeelte van de doorgaande weg, op het kruispunt met de weg tussen Oudenburg en Westkerke, concentreert zich de eerste bebouwing van het dorp en wordt in de 8ste eeuw de Sint-Audomaruskerk ingeplant. Als in de 17de eeuw de Waere bevaarbaar wordt gemaakt (huidige Moerdijkvaart), ontstaat aan de Waerebrug over de Gistelsesteenweg een gehucht met enkele hoeves, herbergen en een brouwerij. In de 19de eeuw breidt de lintbebouwing vanuit het centrum zich uit; het stuk van de kerk tot voorbij de Oude Bruggeweg wordt een drukke straat met herbergen en nijverheden als een fietsenmakerij, voddenkoopman, bakkerij, beenhouwerij enzomeer. In 1846 wordt de gemeenteschool opgericht langs deze straat, net buiten de dorpskom; in 1950 stopgezet wegens gebrek aan leerlingen. Bebouwing wordt in de 20ste eeuw verder aangevuld, tot circa het kruispunt met de Molenweg. De straat wordt gedomineerd door de Sint-Audomaruskerk, een neogotische kerk van 1913-1914 die rond de vroeg-gotische toren is geconcipieerd. Heterogene bebouwing, in het dorpscentrum voornamelijk bestaande uit kleine rijwoningen uit 19de en 20ste eeuw, afgewisseld met enkele resterende 18de-eeuwse lage boerenarbeiderswoningen. Verder uit het dorp, minder dichte, 20ste-eeuwse bebouwing met enkele rij- en losstaande woningen, aan de Waerebrug opnieuw oudere 18de-eeuwse kern met losstaande hoeves. De steenweg is uitgegroeid tot een drukke verkeersweg met verkeerslichten op het kruispunt met de Westkerksestraat. In 1980 wordt de school afgebroken. Op het vrijgekomen terrein komt het gemeenschapshuis en ruime parking, parkje met gedenkteken, vooral in dienst van de achterliggende verkaveling.