Rechte west-oost-straat tussen de West- en de Marktstraat, uitgevend op de ingang van de hoeve van de vroegere Sint-Pietersabdij. Noordbegrenzing van de historische kern van Oudenburg; middeleeuwse straat, gebaseerd op de basisstructuur van het Romeinse castellum (Mariastraat loodrecht op Kerkstraat). Sinds 17de eeuw officiële naam voor de middeleeuwse "Vulderie": aan de noordkant waren toen kleine rijhuizen van de volders tussen de Kapelle- en de Marktstraat, aan de zuidkant liep de Vulderiegracht. Tegenover de Kapellestraat was toen het "Duits huis" gesitueerd, een eigendom van de burggraven Egidius Bertoud en Catherina van Oudenburg, die het in 1219 aan de orde van de Teutonen schonken. Die orde bezat tot in 18de eeuw gronden in Oudenburg. Op 17de- en 18de-eeuwse kaart wordt geen enkele bebouwing meer weergegeven langs deze straat. In eerste helft van de 19de eeuw, enkel losse huizen geconcentreerd aan noordkant van de straat, tegen 1900 aan beide zijden grosso modo volgebouwd. In die tijd noemt men de straat in de volksmond de "Orgelstraat": voor de Eerste Wereldoorlog bevonden zich hier zes of zeven danszalen met "dansorgels". De bescheiden 19de-eeuwse rijhuizen van één tot twee bouwlagen (nok parallel aan de straat) vormen nog steeds de basisbebouwing van de straat, vaak met vernieuwde parementen. Nummers 8, 13 en 60, bakstenen gevels met getoogde muuropeningen, nummers 20, 36, arbeidershuizen met beraapte gevel, nummer 58 bekleed met faïencetegels. De rij is enkel onderbroken door nummer 31, een vrijstaande villa in grote, beboomde tuin naar ontwerp van Charles Pil.