Lange kronkelende straat vanaf de Kuiperscheeweg tot in het centrum van Uitkerke. Loopt min of meer parallel met het kanaal van Blankenberge, waarover de zogenaamd Scharebrug. Er zijn verschillende etymologische verklaringen: 1) naamgeving afgeleid van Verjaersbrugghe of Veesaersbrugghe, naar 17de-eeuwse landbouwer van hoeve "Blauwe Duivenkeet"; 2) de brug zou over een schaar of inham aangelegd zijn, 3) schorrebrug. Ongeveer ter hoogte van de Scharebrug (bakstenen brug uit het eerste kwart van de 20ste eeuw met opengewerkte leuning), vrij imposante hoeve "Blauwe Duivekeet" (zie nummer 154). Dichter bij het dorpscentrum, hoeve "De Sloepe" , alsdusdanig nog niet aangeduid op de Ferrariskaart (1770-1778), wel op kaarten uit de tweede helft van de 19de eeuw, bewaarde, sterk verbouwde volumes, deels witgekalkt.

In het dorpscentrum, samenstellen van arbeidershuizen van twee traveeën en twee bouwlagen onder pannen zadeldaken, vanaf het interbellum tot de jaren 1950. Nummer 9, is een vrijstaand, haaks op de straat gebouwd arbeidershuisje mogelijk uit het eind van de 19de eeuw; anderhalve bouwlaag onder zadeldak (Vlaamse pannen), gecementeerd en witgeschilderd parement.

De Stedelijke Begraafplaats (van Blankenberge) werd door de stad ingericht vanaf 1908 (plannen in die zin vanaf 1886), circa 1922 komt er een voorstel van de stad om 45 hectare op Uitkerks gebied over te hevelen. De Kerkhofstraat (nu K. Deswertlaan) wordt aangelegd als toegangsdreef naar de begraafplaats.