De Zeedijk van Blankenberge loopt in een rechte lijn van de havengeul tot aan de J. Gadeynehelling en heeft een totale lengte van 2,2 kilometer. De verbinding met de lager gelegen, achterliggende straten gebeurt door drie stenen trappen en elf hellingen of "rampes". In het kader van het opkomende toerisme, wordt in het begin van de 19de eeuw begonnen met het aanleggen van wandelstroken langs de zeelijn. Oostende is de eerste stad die in 1820 een dergelijke zeedijk aanlegt. In 1840 legt de gemeentelijke overheid van Blankenberge naar Oostends voorbeeld een houten loopplank van 42 meter lang en 1,25 meter breed aan tussen twee van de vijf bestaande houten trappen in de duinen. Drie jaar later wordt de duinenstrook op het toenmalig grondgebied van Blankenberge geëffend en met steen bekleed. Het enige gebouw langs de Blankenbergse kustlijn is in die tijd het Fort Napoleon, in 1811 gebouwd door de Fransen als onderdeel van Napoleons continentale blokkade tegen Engeland, en in 1817 voorzien van een "zeelicht" (functie van vuurtoren). In 1844 wordt het eerste houten drankpaviljoentje gebouwd langs de dijk. Een tweede paviljoen, het "Pavillon De Rycker", komt er in 1850. Een eerste poging om het toerisme op een commerciële basis uit te baten, komt er in 1859 met de openstelling van het kursaal door de Waalse ingenieur Léon Malécot. Dit gebouw in Moorse stijl, met duidelijk accent op de vermaaksfunctie (feestzalen, restaurant, biljartzaal enzovoort) is gecombineerd met een logeeraccomodatie van 120 kamers. In 1860 wordt de stenen dijk verfraaid met een bevloering in smalle, rood gebakken steen. Vlak daarna worden de eerste hotels gebouwd aan de Zeedijk, onder meer in 1860 het "Hotel Godderis", gegroeid uit het Pavillon De Rycker, in 1864 het "Hotel des Bains et des Familles".
In 1869 wordt aan het westelijke uiteinde van de Zeedijk begonnen met de bouw van een staketsel, voltooid in 1872. In dat jaar wordt het Fort Napoleon afgebroken, omdat de nieuwe vuurtoren bij de net gerealiseerde havengeul zijn functie als vuurtoren overbodig maakt. De gemeente plant op die plaats een polyvalent complex met stadhuis, rijkswachtkazerne en casino. In 1872 wordt de Zeedijk met 170 meter aan de oostzijde verlengd. Een jaar later maakt men al plannen voor de aanleg van een wandelweg tot in de zee, later de pier genoemd, die in 1894 is verwezenlijkt. Bij de aanleg van de pier wordt de dijk nogmaals naar het oosten toe verlengd met 100 meter. Het oostelijke gedeelte van de Zeedijk wordt verbonden met de rest van de dijk door een ijzeren brug met gebogen plankenvloer. Dit omdat men een doorgang onder de Zeedijk wil vrijwaren onder meer voor een gemakkelijke aan- en afvoer van reddingsboten of ander materiaal. Weldra wordt de gebogen houten vloer door een vlakke vervangen. In 1884 wordt het kursaal omgebouwd tot een luxehotel onder de naam "Hotel du Kursaal", later omgedoopt tot "Hotel Bristol"; na de Eerste Wereldoorlog krijgt het de naam "Résidence Bristol". In 1884-1886 vindt de bouw van het reeds lang geplande casino plaats, een heel luxueus gebouw dat de functie van het kursaal overneemt en het centrum wordt van het toerisme op de Zeedijk. In 1898-1900 wordt het centrale gedeelte van de Zeedijk volledig betegeld met keramische, zandkleurige tegels, na de Eerste Wereldoorlog is de volledige dijk van dergelijke bevloering voorzien. In 1899 worden twee centrale houten trappen, de Kerkstraattrap en de Bakkerstraattrap, vervangen door stenen exemplaren met een rijke ornamentiek. Zij waarderen de toegang tot de dijk vanuit de belangrijkste straten van Blankenberge sterk op. Rond 1900 is de volledige dijk bebouwd met luxueuze villa's, pensions en hotels, gericht op een exclusief toeristisch publiek. De stad heeft niet hard te lijden gehad onder de oorlog. Enkel de pier wordt in 1915 door de Duitsers in brand gestoken. Het Duitse hoofdkwartier is gevestigd in "Hotel Excelsior", de Kommandantur in het "Hotel de L'Océan" en het "Hotel du Kursaal" is ingericht als Duitse Offiziersheim. In het interbellum vindt stilaan de verschuiving plaats van hotels naar appartementsgebouwen van vijf of zeven verdiepingen; toch worden er nog steeds pensions en hotels gebouwd. In 1922-1924 wordt de Weststraattrap, aanvankelijk in hout opgericht in 1882 (de idee voor het oprichten van de trap bestond al van in 1870 en werd toen uitgetekend door de Brugse architect Poupaert) vervangen door een meer monumentale tweevoudige trap met onderaan openbare toiletten (Jules Lamotte, Blankenberge). Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de gebouwen langs de Zeedijk enorm beschadigd. De dijk is opgenomen in de Atlantikwal, is volledig ondermijnd, alle gebouwen worden dichtgemetseld en ontmanteld. Na de oorlog verandert het algemeen beeld van de bebouwing sterk. De bouwlagen van de appartementsgebouwen verhogen: oudere gebouwen die men opknapt, krijgen er extra, tot tien bouwlagen, nieuwe gebouwen moeten voldoen aan het opkomend massatoerisme, waardoor hoogbouw een groot gedeelte van de dijk gaat inpalmen. Ook het casino heeft enorme schade geleden en is volledig ontmanteld. Na de Tweede Wereldoorlog wordt de brug tussen het oostelijke en centrale deel van de dijk vervangen door een vlakke betonnen constructie, gelijklopend met de rest van de dijk. In 1954 worden de nieuwe vuurtoren en een volledig nieuw oosterstaketsel ingehuldigd, eveneens ter vervanging van de beschadigde oudere constructies. De tweede helft van de 20ste eeuw wordt gekenmerkt door een veralgemening van de hoogbouw, geconcentreerd langs de Zeedijk. Enkele opvallende relicten van de bebouwing uit de eerste helft van de 20ste eeuw zijn bewaard, onder meer het casino (gerenoveerd), de pier (in renovatie) en het in het oog springende "Palais du Comte Jean" (nummers 214-215).
BOTERBERGE R., Casinoconstructies te Blankenberge, Blankenberge, 1990.
Bron: HOOFT E. & VANNESTE P. met medewerking van DE LEEUW S. & MISSIAEN H. 2003: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Blankenberge, Deelgemeente Uitkerke, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL2, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Vanneste, Pol; Hooft, Elise Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)