Lusvormige straat ten noorden van de Rijksweg Breendonk-Temse-Sint-Niklaas, ten zuiden van de Vliet en ten westen van de Molenbeek. In de 13de eeuw reeds bekend met een geslachtsnaam "de Amera", later de Wylecamere genoemd. Eén van de aanlegplaatsen eertijds gevestigd op de Vliet (zie Kleine Amer en Eikse Amer). Deze losplaatsen, tot midden 20ste eeuw een karakteristiek beeld te Puurs, dienden voornamelijk voor het lossen van zwaar materieel onder meer bouwmaterialen voor het hinterland (zie inplanting van houtzagerij aan westzijde van de straat?). Naar verluidt was de Grote Amer de oudste losplaats opklimmend tot de middeleeuwen, volgens J. Verbesselt als wijk behorend tot het oudste dorpscomplex en eeuwenlang de enige goede aanlegplaats van Puurs; in het landboek van Puurs (1669) beschreven als "Den Grooten Amer, gelegen aen de Wyle-camer-hoeve, daer Huys en Hof toe leet, ordinaris by den Schipper van Puers wordt gehuert, ende alwaer Het Veer van Puers gehouden wordt". Na de Tweede Wereldoorlog raakte de Vliet, door de opkomst van het vrachtvervoer, in onbruik als transportweg.
Landboek van Klein-Brabant en omgeving van de abdij Sint-Bernards, 1668-1669, (Heemkundig Jaarboek), XVII, 1984, p. 30.
Bron: DE SADELEER S., KENNES H., PLOMTEUX G. & STEYAERT R. 1995: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Antwerpen, Arrondissement Mechelen, Kanton Puurs, Klein-Brabant, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 13n3, Brussel - Turnhout. Auteurs: Steyaert, Rita Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)