Brede rechtlijnige steenweg van Gent naar Brussel, aangelegd in 1704-1708. Doorsnijdt de gemeente over een lengte van 5,7 km. Voorheen was het middendeel gekasseid. De zandstrook aan weerszij daarvan was beplant met olmen die in de tweede helft van de 19de eeuw werden gerooid. Kenmerkend voor het deel van de Brusselse steenweg aansluitend bij Gentbrugge is de villabouw, voornamelijk grote bloemistenwoningen uit het eerste kwart van de 20ste eeuw. De karakteristieke serrebouw van de vele bloemisterijen en tuinbouwbedrijven die zich sinds eind 19de eeuw aan de steenweg vestigden is sterk afgenomen. De vrijgekomen bedrijfsgronden werden vooral door nieuwe villabouw ingenomen. Aan het deel van de steenweg in de eigenlijke gemeentekern, te situeren tussen de Kerkstraat en de Pontstraat, domineert een overwegend aaneengesloten bebouwing van burgerhuizen (voornamelijk in de tweede helft van de 19de eeuw en begin 20ste eeuw) en enkele grotere alleenstaande herenhuizen. Daarbuiten komen slechts sporadisch in oorspronkelijke staat nog arbeidershuizen voor van één bouwlaag en twee of drie traveeën die de kleinschalige 19de-eeuwse behuizing illustreren (nummer 88, 90, 92, 108, 388, 390, 392).