De straat ontleent haar naam aan het "Goes te Calverhaege", ook bekend staand als het "Seminariegoed" omdat het sinds de 16de eeuw toebehoorde aan het bisschoppelijk seminarie van Gent. Zou oorspronkelijk bezit geweest zijn van de Sint-Pietersabdij die het goed in de 15de eeuw verkocht aan de Hiëronymieten. Nog bestaande hoeve (nummer 11) gelegen aan een bocht van de straat naast de spoorlijn Gent-Brussel, vroeger omringd door een walgracht. De hoevegebouwen werden circa 1950 door brand vernield en nadien volledig verbouwd. Een gekasseide populierendreef leidt naar het erf waar één van de twee vroegere waterpoelen bewaard bleef. In het begin van dreef: blauw en geelgeschilderde, gecementeerde driehoekige wegkapel; Onze-Lieve-Vrouwebeeldje in nis boven hardstenen herinneringssteen met opschrift "Herinnering aan het 25 jarig bestaan van den boerinnenbond 1911- 1936".
KERCKHAERT N., Oude Oostvlaamse huisnamen 1, in Kultureel Jaarboek voor de Provincie Oost-Vlaanderen, Bijdragen Nieuwe Reeks, nr. 4, Gent, 1977, p. 101.
Bron: BOGAERT C. & VERBEECK M. 1989: Inventaris van het cultuurbezit in België, Architectuur, Provincie Oost-Vlaanderen, Arrondissement Gent, Kantons Destelbergen - Oosterzele, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen 12n2, Brussel - Turnhout. Auteurs: Verbeeck, Mieke Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)