Tussen Roeselaarse- en Heilig-Hartstraat; zogenaamd naar de patroonheilige van de schoenmakers. Aangelegd na de Eerste Wereldoorlog; recht tracé. Basisbebouwing: breedhuizen van twee à drie bouwlagen onder zadel-, mansarde- of plat dak. Rijbebouwing met arbeiders- en burgerwoningen uit de jaren 1920 en 1930; ook vernieuwde parementstenen en nieuwbouw.

Eenvoudige bakstenen lijstgevels getypeerd door het gebruik van witte of gele sierbaksteen onder meer voor muurbanden en friezen onder meer nummer 8-10, tweewoonst van 1929; nummer 18 van 1933 met typerend muurkapelletje; nummer 20 met fraai glas in lood in het bovenlicht. Reeks van woningen van drie traveeën van 1932 (nummer 12, 14 en 16). Nummer 26 van 1932, naar ontwerp van J. Degezelle (Izegem), getypeerd door het contrasterende gebruik van gecementeerde en witbeschilderde muurbanden en erker.

Nummer 29-31. Eenheidsbebouwing van 1935, naar ontwerp van W. Geldolf (Izegem). Twee art-deco-enkelhuizen, volgens repeterende schema met typisch portaal met afgeronde hoek en gebruik van zwartgeglazuurde tegels. Nummer 35, van 1935, naar ontwerp van E. Allewaert (Izegem); vermeldenswaardig portaal met afgeronde linker hoek van zwartgeglazuurde sierbaksteen; fraai glas in lood in het bovenlicht met geometrische motieven. Tot garage verbouwd venster.

Meer vooruitstrevende woonhuizen onder meer nummer 27, van 1932, naar ontwerp van J. De Bruycker (Roeselare); licht bakstenen gevel met typerende gebruik van blauwgeglazuurde tegels voor verticale en horizontale accenten (nu witgeschilderd); het bouwplan voorziet geen gemansardeerde bedaking boven de linker travee. Nummer 28 en nummer 30, respectievelijk van 1932 en 1935, naar ontwerp van E. Allewaert (Izegem).