Rechte verbindingsweg (Rijksweg N9) tussen Oostende en Brugge. De weg loopt vanuit Oostende over Bredene (aldaar achtereenvolgens als Prinses Elisabethlaan en Brugsesteenweg), Vlissegem en verder oostwaarts op grondgebied Houtave (zie Zuienkerke) als Oostendse Steenweg.
De weg volgt het tracé van de "Jockweg", een schapenroute vanuit de polders naar de noordelijk gelegen schorren die sinds de middeleeuwen Oostende met Brugge verbindt en het vroegst wordt vermeld in 1423. De straat behoort tot het historisch stratenpatroon van de gemeente. Het traject komt voor op de Grote Kaart van het Brugse Vrije door Pieter Pourbus (1571) en gekopieerd door Pieter Claeissens (1601). In 1739, wanneer een gedeelte met stenen wordt aangelegd wordt de weg voor het eerst als kalsijde omschreven. Het baanvak tussen Zuienkerke en de Vijfwegestraat is in 1770 gekasseid, in 1818 wordt het vak tussen de Vijfwegestraat en Bredene verbreed en heraangelegd. Op de Atlas der Buurtwegen (1842) aangeduid als "Route d'Ostende à Bruges".
Op de Ferrariskaart (1770-1778) aangeduid als "Chaussée de Noorthee", de weg volgt de loop van de Noordede of Noord-Ede. Dit riviertje loopt vanuit Zuienkerke over De Haan om uit te monden in de haven van Bredene. In 1853 wordt aan de Clemensheulestraat en de Watergangstraat een brug gebouwd.
In 1306 is er al sprake van de "Noortheye" of "Noordhie", een natuurlijke waterloop die in de 17de eeuw een verbinding krijgt met de zee. Op die manier ontstaat een waterweg tussen Bredene en de Ieperlee (tussen 1618-1623 uitgegraven tot het huidige kanaal Brugge-Oostende) uitmondend in Brugge. Tegenwoordig dient het enkel nog als afwateringskanaal voor de omliggende polders en de polders ten noordwesten van Brugge. In 1977 wordt het wegdeel tussen het kruispunt Vijfwege en Bredene rechtgetrokken en het verloop van de Noordede verlegd.
In de weiden ten noorden van de baan, ongeveer ter hoogte van nummer 3, lag de nu verdwenen hoeve de "Roode Poort". Voortgaande op het bewaarde tracé van de omwalling zoals te zien op een luchtfoto betreft het een middeleeuwse site. De hoeve staat op de Pourbuskaart en wordt vermeld in een ommeloper van 1630. Op de Ferrariskaart te zien met veelhoekige omwalling en op de Atlas der Buurtwegen opgetekend als "Ferme Vanderkinderen". Ten oosten van de site loopt een voetweg die zuidwaarts via een brug over de Noordede wordt verder gezet richting Stalhille (zie Jabbeke).
Schaarse bewoning bestaande uit enkele voormalige herbergen. Herberg zogenaamd "De Palingpot" (nummer 7) wordt vermeld in 1846, de herberguitbating stopt in 1957. Hoeve aan de straat met aanpalende stalling, gevel met muuropeningen aangepast in de 20ste eeuw. De "Kleine Palingpot" (nummer 1) stopt als café nog voor de Tweede Wereldoorlog en is nu gerenoveerd als woning. De hoeve nummer 3 paalt aan de achterzijde aan de oever van de Noordede. Eerst wordt dicht bij de brug over de Noordede in 1851 een klein volume opgetrokken door Medard Rosseel, herbergier uit Klemskerke. In 1908 registreert het kadaster een nieuwe, grotere bouw ten oosten ervan. Huidig uitzicht met woonhuis van anderhalve bouwlaag en lager aanpalend stalgedeelte. Verankerde baksteenbouw onder zadeldaken (Vlaamse pannen) met witbeschilderde of gecementeerde gevels en sterk aangepaste muuropeningen. Kasseistrook langs de voorgevel. Nummer 5, wellicht van circa 1900, heeft eveneens sterk aangepaste gevels. Nummers 4 en 8 zijn vrijstaande arbeiderswoningen uit het interbellum.
Auteurs: Van Vlaenderen, Patricia
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Omvat
Brug over de Noordede
Omvat
Hoeve
Is deel van
Klemskerke
Is gerelateerd aan
Brugse Baan (Vlissegem)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Brugse Baan (Klemskerke) [online], https://id.erfgoed.net/themas/6683 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.