Eenzijdig bebouwde, korte straat met kleinschalige woningen, langs de Dijle. Een houten Dijlebrug werd gelegd in 1787 ter vervanging van een veerpont, in brand gestoken en zwaar beschadigd tijdens de Franse Revolutie. Oorspronkelijk was de Dijlebrug gelegen ter hoogte van het brugwachtershuisje (huidige nummer 10).
De brug was gedeeltelijk eigendom van de plaatselijke adel, namelijk baron Pouppez de Kettenis die kasteel Hollaken bewoonde, Hollakenbaan nummer 7, en die met zijn familie de Dijle moest oversteken om de mis te kunnen bijwonen. Door een aandeel te betalen bij de bouw van de brug, kon de baron ook profiteren van de geheven tol, die naar verluidt minstens geheven werd tot 1900, vermoedelijk zelfs tot 1914.
Eind 19de eeuw begon het bruggenhoofd te verzakken, zodat enkele meters verderop een nieuw bruggenhoofd werd gebouwd en het brugwegdek verplaatst werd; tegelijkertijd werd een nieuw "groot brughuis" gebouwd, Hollakenbaan nummer 1, heden aangepast en opgeknapt.
- GEENS J., Rijmenam onder de Brabantse Omwenteling en de Franse Revolutie (1790-1815), Rijmenam, 1991, p. 4.