Brede laan lopende van de Van Benedenlaan tot het Kardinaal Mercierplein. Aangelegd op een gedeelte van de vroegere stadsomwalling, waaraan de hoven der gilden van de kleine kruisboog, de kolveniers en de schermers gelegen waren. De vest werd afgevoerd in 1851 en voorzien van een voor de tweede helft van de 19de eeuw typische bebouwing. Dit homogeen straatbeeld werd hier en daar gebroken door hoge bouw. Overwegend burgerhuizen van het enkelhuistype met drie bouwlagen en meestal drie traveeën.
Verschillende bekledingen: gecementeerd (nummers 11, 14, 25, 26, 29, 33, 37, 39 en 64), bepleisterd (nummers 8, 22, 36, 42, 50, 60, 68, 78 en 82) en gedecapeerd (nummers 15, 20, 30, 32, 38, 40, 44, 52, 54, 56, 62, 64, 66, 72 en 80). Veelal rechthoekige benedenvensters en getoogde bovenvensters voorzien van summiere stucdecoratie; bel-etage dikwijls geaccentueerd door centraal balkon. Enkele gevels vertonen een meer uitgesproken ornamentatie (onder meer nummers 22 en 42).
Nummers 8 en 78 zijn verzorgde dubbelhuizen met gelijkaardige kenmerken als vorige, nummer 8 heeft slechts twee bouwlagen. Enkele panden behielden hun 19de-eeuwse ordonnantie, maar kregen een nieuwe bekleding of werden aangepast (onder meer nummers 21, 27, 28, 35, 70 en 86).