Van de Burgemeester Felix de Bethunelaan naar Walle. Naam verwijst naar de familie Condé of Condet die tot in 1807 in de buurt een blekerij exploiteerde. Vanaf 1890 officieel Condédreef genaamd. Recht tracé. Maakt van oudsher deel uit van het stratenpatroon. In de 19de eeuw liep deze dreef van de Magdalenakapel tot Walle.
Het eerste deel van de straat wordt bepaald door rijbebouwing. Kleine burgerwoningen uit de eerste helft van de 20ste eeuw, vaak verfraaid door gele sierbaksteen of cementtegels onder meer nummers 9, 23, 25-29, 31-35, 41 en 49. Vanaf de Beverlaai losstaande bebouwing onder meer enkele stadsvilla's: nummers 71, 87 en 97. Daarnaast ook verscheidene typische modernistische/art-decogevels onder meer nummers 91, 99, 101, 103 en 105. Tevens vestigingplaats van de stedelijk tuinbouwschool, het zogenaamd "RVT de Pottelberg" en Klooster van zusters van de Heilige Familie (nummer 2 A) en het rustoord St.-Jozef en dienstencentrum "De Condé", nummer 16.
VAN HOONACKER E., Duizend Kortrijkse straten, Kortrijk, 1986, p. 86-87.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)