Tussen de Veldstraat en de Stasegemsestraat. Aangelegd na de oprichting van de Sint-Jansparochie. De eerste plannen van aanleg dateren van 1906, de definitieve plannen van 1911. Bij de aanleg van de straat werd de Groeningebeek, die ter hoogte van het Marie-Joséplein loopt, overwelfd. In het westelijk deel van de straat dateren de eerste huizen van vlak voor Eerste Wereldoorlog. Na de Eerste Wereldoorlog wordt het oostelijke straatdeel bebouwd.
Basisbebouwing: voornamelijk burgerwoningen van twee à vier bouwlagen onder pannen zadeldak. De woningen uit het interbellum hebben ook platte daken. Baksteenbouw, zowel lijstgevels als punt- en trapgevels. Bijna alle woningen met souterrain en voortuintje afgezet door laag bakstenen muurtje. Het straatbeeld wordt gekenmerkt door de diversiteit van stijlen: de woningen van circa1900 worden onder meer beïnvloed door een art-nouveau vormentaal, daarnaast ook woningen geïnspireerd door de Engelse cottagearchitectuur onder meer nummer 2 van 1908, met vernieuwd parement van geglazuurde baksteen uit de jaren 1950 met typerend hoektorentje. Voorts tal van panden aansluitend bij de traditionele bouwstijlen zie het materiaalgebruik (baksteen) en vormentaal onder meer nummer 10 getypeerd door de uitgewerkte borstwering en het rijkelijk gebruik van arduin; nummer 15, parement verlevendigd door gele sierbaksteen; nummer 22, getypeerd door centraal balkon en rondboogfries op getrapte consoles; nummer 24-26, van 1923 met klassieke gevelopstand; nummer 27, getypeerd door de bepleisterde en witbeschilderde bovenverderdieping met accenten van rode baksteen. Voorts tal van interbellumwoningen met bakstenen parement getypeerd door erker, al dan niet bepleisterd: nummer 36, imposante rijwoning van 1929 naar ontwerp van Viérin met bepleisterd en witgeschilderd parement; nummer 66, van 1932, naar ontwerp van P. Scherpereel (Kortrijk); nummers 79, 81 en 85 van 1932, naar ontwerp van E. Haesbrouck; nummer 92, van 1932; nummer 94, van 1932 naar ontwerp van J. Callebouwt, thans verhoogd met één verdieping; nummer 100-102, eenheidsbebouwing van twee enkelhuizen vlg. spiegelbeeldschema, opgetrokken in 1933, naar ontwerp van Destrebecq; nummer 112 van 1935, naar ontwerp van Lelue (?); nummer 114, begane grond bekleed met groengeglazuurde tegels. Nummer 103, burgerwoning uit de jaren 1930-1940, aanleunend bij de Anglo-Normandisch bouwstijl zie verschillend materiaalgebruik en puntgevel met pseudo-vakwerk.
Stadsarchief Kortrijk 112, nummer 7042; 112, nummer 7197; 113, nummer 9469; 111, nummer 9659; 111, nummer 10699; 112, nummer 9038.
VAN HOONACKER E., Duizend Kortrijkse straten, Kortrijk, 1986, p. 210-211.
Bron: DE GUNSCH A., DE LEEUW S. & METDEPENNINGHEN C. met medewerking van CALLENS T., SCHEIR O & VAN DEN MOOTER M. 2005: Inventaris van het bouwkundig erfgoed, Provincie West-Vlaanderen, Gemeente Kortrijk, Deel IA: stad Kortrijk, Straten A-K, Deel IB: stad Kortrijk, Straten L-Z, Bouwen door de eeuwen heen in Vlaanderen WVL5, onuitgegeven werkdocumenten. Auteurs: Callens, Toon; Scheir, Olivier; Van den Mooter, Maarten; De Gunsch, Ann; Metdepenninghen, Catheline; De Leeuw, Sofie Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)